Gemeente Delft maakt excuses voor slavernijverleden
De gemeente Delft heeft excuses aangeboden voor het slavernijverleden van de stad. Burgemeester Marja van Bijsterveldt zei vanavond op een bijeenkomst dat het stadsbestuur "de ogen niet sluit voor de betrokkenheid van haar verre voorvangers bij slavernij".
"Voor hun handelen bieden wij onze oprechte excuses aan", zei de burgemeester. Het bestuur reageerde daarmee op de resultaten van het onderzoek dat de gemeente liet doen naar het slavernijverleden van Delft, schrijft Omroep West.
Diep verweven
Uit dat onderzoek bleek afgelopen zomer dat Delftenaren diep verweven waren met de handel van tot slaaf gemaakten. In de stad waren kantoren van de Verenigde Oost-Indische Compagnie (VOC) en de West-Indische Compagnie (WIC) gevestigd. Beide handelscompagnieën vervoerden naar schatting anderhalf miljoen tot slaaf gemaakte mensen.
Delft was nauw verbonden met de twee compagnieën. Zo was een aanzienlijk deel van de bestuurders van de VOC-kamer in Delft ook lid van het stadsbestuur: 89 procent. Bij de WIC-kamer was dit 76 procent. Honderden schepen vertrokken vanuit Delfshaven bij Rotterdam. Een aantal van die schepen was vernoemd naar Delft, zoals het WIC-schip 'De Delft'.
Naast de VOC en de WIC zaten in Delft ook meerdere koloniale instituten. Zo werden opleidingen over Nederlands-Indië gegeven bij de Koninklijke Akademie, de voorloper van de TU Delft. Ook maakte het stadsbestuur geld dat met de handel was verdiend over van Batavia naar Delft.
'Geschiedenis werkt door'
De sporen zijn nog altijd zichtbaar in de stad, zegt de burgemeester. "Sommige huizen zijn gebouwd met de opbrengst uit de slavernij." Het college voerde gesprekken met bewoners van de stad, onder wie Delftenaren met tot slaaf gemaakte voorouders. De verhalen die ze toen te horen kregen, maken duidelijk dat de slavernijgeschiedenis doorwerkt tot op de dag van vandaag, aldus Van Bijsterveldt. "Uitsluiting en racisme zijn nooit ver weg."
Samen met het Kwartiermakers Comité Slavernijverleden Delft en andere partners in de stad wordt gekeken naar een vervolg op deze excuses. Het college vindt dat de excuses niet alleen moeten klinken, maar ook moeten blijken. Zo komt in de stad een gedenkplaats.
Eerdere excuses
Precies een jaar geleden bood demissionair premier Rutte excuses aan voor de rol die de Nederlandse staat heeft gespeeld in de slavernij.
Ook koning Willem-Alexander maakte het afgelopen jaar excuses voor het slavernijverleden. Verschillende gemeenten waaronder Amsterdam, Rotterdam, Vlissingen en Haarlem, evenals De Nederlandsche Bank en ABN Amro, boden ook excuses aan.