Van der Burg (Asiel) dacht niet aan opstappen: 'Schiet niemand wat mee op'

VVD'er Eric van der Burg heeft er geen moment aan gedacht om te stoppen als staatssecretaris voor Asiel en Migratie of als Kamerlid. Dit zegt hij in een reactie op het voorstel van zijn partijleider Dilan Yesilgöz afgelopen woensdag om de invoering van de spreidingswet te vertragen. "Ik ga gewoon door", zegt hij vandaag.

Van der Burg heeft de spreidingswet zelf opgesteld, met grote moeite in oktober door de Tweede Kamer gekregen en in januari buigt de Eerste Kamer zich hierover. Vanwege het nijpend tekort aan opvangplekken voor asielzoekers - aanmeldcentrum Ter Apel zit overvol - zou de spreidingwet voor hem een effectief middel kunnen zijn om de druk op sommige gemeenten te verlagen.

Streek

Terwijl Van der Burg druk is met het vinden van nieuwe opvangplekken, kwam Yesilgöz in een debat plotseling met het dwingende verzoek aan de Eerste Kamer en het kabinet om een "pas op te plaats" te maken voor deze spreidingswet.

Deze stap werd gezien als een "streek" richting Van der Burg, zo verwoordde PvdD-leider Ouwehand het breder gedeelde gevoel in de Tweede Kamer.

Zelf wil Van der Burg er anders naar kijken, zegt hij een paar dagen na het voorval. Hij is niet alleen staatssecretaris, maar zit als nummer vier ook in de Tweede Kamer. Op de vraag wat het optreden van Yesilgöz met hem doet, antwoordt hij "er niet mee bezig te zijn". Hij zegt vooral druk te zijn met het zoeken naar extra opvangplekken. Ook toont hij begrip voor de VVD-fractie, waar hij zelf deel van uitmaakt. "Ik vind ook dat we instroombeperkende maatregelen moeten nemen."

Opvolger

Aan aftreden als staatssecretaris of Kamerlid heeft hij nooit gedacht. "Absoluut niet. Daar schiet niemand wat mee op." Van der Burg zegt dat de problemen voor zijn opvolger als staatssecretaris hetzelfde zullen zijn. "Ik voel nog steeds het heilige vuur in mij branden. Ik ga gewoon door." Hij wijst er ook op dat de tekst van het voorstel van Yesilgöz uiteindelijk is aangepast en dat het kabinet er niets in zag.

De staatssecretaris asielzaken belt dagelijks burgemeesters om een locatie ter beschikking te stellen. "Het is ook nog eens de periode voor Kerst, een periode om na te denken hoe je iemand kan helpen in de samenleving." Hij denkt dat hij nog gemeenten vindt die kunnen helpen. "Het is hondenweer, koud, nat en ellendig. We gaan geen mensen buiten laten slapen."