Ondernemers gaan meer betalen voor achtergrondmuziek
Ondernemers die achtergrondmuziek in hun winkel, restaurant of bedrijfsruimte willen afspelen moeten daar volgend jaar in sommige gevallen meer geld voor gaan betalen. Dat is het gevolg van een beleidswijziging van Sena, de stichting die zorgt dat artiesten en producenten een vergoeding krijgen als hun werk gebruikt wordt.
Veel ondernemers maken gebruik van zogeheten 'rechten-inclusieve muziek'. Dat is muziek waarvoor de rechten al zijn verkregen door een tussenpersoon, zodat eindgebruikers als horecazaken niet extra hoeven te betalen voor het afspelen ervan.
Het gaat daarbij niet om de laatste hits die ook op de radio te horen zijn, maar om muziek van minder bekende artiesten. Zij verkopen hun muziekrechten zelfstandig aan een tussenpersoon en krijgen daar een vergoeding voor.
Bekende artiesten
Onder het nieuwe beleid van Sena dat in 2024 wordt ingevoerd is deze constructie niet meer toegestaan. Ondernemers die muziek in hun zaak willen afspelen, worden verplicht om de vergoeding via Sena te regelen. Zij krijgen dan wel toegang tot het wereldrepertoire met muziek van grote, bekende artiesten.
Maar niet iedereen zit daarop te wachten. Pim Bijleveld is eigenaar van pannenkoekrestaurant De Pimpernel in het Brabantse Berlicum. Hij heeft geen behoefte aan een wereldrepertoire: "Voor de instrumentale muziek die ik in het restaurant draai betaal ik nu 200 euro. Straks ga ik daar een veelvoud van betalen."
Koninklijke Horeca Nederland (KHN) omschrijft de keuze van Sena in een brandbrief als een vorm van 'gedwongen winkelnering', waarbij horecabedrijven verplicht worden om bij Sena in te kopen. Ze vragen de stichting om het beleid te heroverwegen.
Ook Hessel van Oorschot is niet blij met de beleidswijziging. Hij levert met zijn bedrijf Tribe of Noise al ruim tien jaar lang rechten-inclusieve muziek aan meer dan 1000 Nederlandse restaurants en winkels. Hij hoopt dat politiek Den Haag en de toezichthouder ingrijpen.
"Het is een klap in ons gezicht. Sena gaat geld ophalen bij mkb-ondernemers die onze muziek spelen en waarvan Sena op voorhand weet dat het niet uitbetaald kan worden aan onze muzikanten. Je vraagt je af wie hier beter van wordt?"
Juridische stappen
Maar Sena zegt gewoon uitvoering te geven aan de wet. Zij zijn in 1993 door de overheid aangewezen om als enige partij rechten van artiesten en producenten te beheren. In 2020 werd deze rol bevestigd door de Hoge Raad in een rechtszaak over een ander onderwerp.
Na een gedoogperiode heeft Sena besloten om per 1 januari 2024 het beleid aan te passen. Dit betekent dat gebruikers van muziek waarvan Sena de rechten beheert, niet langer vrijgesteld zijn van het betalen van vergoedingen.
Volgend jaar wil Sena op bezoek gaan bij ondernemers om toelichting te geven over het nieuwe beleid. Als een onderneming niet de juiste licentie heeft, kan dit ter plekke worden geregeld. Als ze dit weigeren, kunnen er juridische stappen worden gezet.