Vaker Engels in winkels: personeelstekort, maar ook afspiegeling samenleving
"English, please?" In de horeca in de grote steden is het al langer gangbaar. Maar als je het idee hebt dat je ook in winkels vaker medewerkers aantreft die geen Nederlands spreken, dan kan dat kloppen.
Verschillende grote winkelketens zeggen medewerkers te verwelkomen die het Nederlands (nog) niet machtig zijn. Niet alleen vanwege de krapte op de arbeidsmarkt, maar ook voor de diversiteit, blijkt uit een rondgang van de NOS.
Zeeman: geen harde eis meer
Bij Zeeman was Nederlands een vereiste, maar dit jaar veranderde dat. "Sinds de arbeidsmarkt zo krap is geworden is Nederlands geen harde eis meer", aldus een woordvoerder. "Dit geeft ons iets meer ruimte; we kunnen wat makkelijker mensen plaatsen."
Niet-Nederlandstaligen worden alleen ingezet als de filiaalbeheerder Engels kan spreken. "Die moet procedures kunnen overdragen en instructies kunnen geven, ook vanwege de veiligheid."
Zeeman schat dat nu minder dan 1 procent van medewerkers met klantcontact geen Nederlands spreekt.
Hema: afspiegeling maatschappij
Ook Hema zet Engelstaligen in. "Er is schaarste op de arbeidsmarkt. Onze filiaalmanagers zorgen ervoor dat er een goede balans is tussen Nederlands- en Engelssprekende medewerkers. In de steden zijn meer Engelssprekende klanten, dus ook meer Engelssprekende medewerkers. Het is belangrijk dat ons winkelpersoneel een afspiegeling vormt van de maatschappij."
Ook bij Plus-supermarkten kan je Engelstalige medewerkers tegenkomen, hoewel de keten een voorkeur heeft voor Nederlandstaligen. "Wanneer voor een vacature een geschikte kandidaat Engels spreekt, kan het voorkomen dat we die aannemen. In stedelijke gebieden is dit het meest gebruikelijk, omdat we daar meer niet-Nederlandstalige klanten hebben."
Zelfstandige winkels: vooral Nederlands
In kleinere, zelfstandige winkels is Nederlands meestal wel een vereiste. Althans in Utrecht, blijkt uit een rondgang langs zaken in de binnenstad. Maar dat geldt ook niet overal daar.
Zo werkt de Britse Florence Mitchell-Green in cadeauwinkel 'It all starts with a Postcard'. "Ik begin altijd in het Nederlands en dat werkt 80 procent van de tijd. Maar als mensen een specifieke vraag hebben, moet ik overschakelen naar Engels."
"Meestal is dat prima. Als iemand geen Engels kan, proberen we het toch weer in het Nederlands en gebruik ik Google Translate voor specifieke woorden. Omdat ik altijd in het Nederlands begin, heeft men ook de indruk dat ik mijn best doe, dat helpt wel."
Iets verderop, bij kledingzaak Katoenfabriek, vertelt mede-eigenaar Yvette van Middelkoop dat ze het prima vindt om ook niet-Nederlandstaligen in de winkel te hebben staan. "Het is ook wel heel fijn om met die mensen te werken. Het is echt zelden dat een klant geïrriteerd is of zegt 'maar ik kan helemaal geen Engels'. En er is altijd iemand die Nederlands praat, dus dan springt diegene in en vertaalt of neemt het over. Dus er is eigenlijk nooit een probleem."
Jumbo: streven naar diversiteit
Bij Jumbo-supermarkten is Nederlands ook geen voorwaarde. "We streven naar diversiteit in de volle breedte en geloven in een cultuur waarin collega's verschillend zijn. Zeker in grootstedelijke gebieden zie je dat ook een deel van onze klanten liever in het Engels communiceert. Uiteraard zorgen we er voor dat er altijd Nederlands sprekende collega's aanwezig zijn."
Action zegt een personeelsbestand na te streven "dat een afspiegeling is van onze diverse klantenkring". "We verwelkomen iedereen, inclusief Engelstalige medewerkers. Voorop staat dat onze klant altijd te woord gestaan kan worden in de landelijke taal. Daarom worden Engelstaligen voornamelijk ingezet als vulploegmedewerker."
Bij AH geen voorwaarde, bij Etos wel
Ahold zegt dat bij Albert Heijn al een hele tijd medewerkers Nederlands of Engels mogen spreken. Bij drogisterijketen Etos en slijterij Gall & Gall is Nederlands wel een voorwaarde, "vanwege de adviesfunctie". Drogisterijmedewerkers moeten bijvoorbeeld uitleg geven over medicijnen.
Hetzelfde geldt bij Kruidvat. "Om klanten goed te kunnen helpen en adviseren", aldus een woordvoerder. "Hier zijn wel eens uitzonderingen op. Zo hebben we met gemeente Amsterdam een samenwerking gehad om mensen uit Oekraïne een baan aan te bieden."
Lidl: vanwege diversiteit en arbeidsmarkt
Lidl zegt Engelstalige medewerkers aan te nemen vanwege het diversiteits- en inclusiebeleid en ook de huidige arbeidsmarkt. "In verband met klantvriendelijkheid hebben wij wel de voorkeur dat we klanten in het Nederlands te woord kunnen staan. Echter in een uitzonderlijke situatie is dit niet het geval."
Aldi zegt dat het bij een grotere teamsamenstelling mogelijk is om "enkele medewerkers in te zetten met minimaal een Engelse taalbeheersing". Ook Aldi merkt "de behoefte van klanten om in een andere taal dan Nederlands te communiceren".
Gamma: Nederlands voor advies en veiligheid
Bouwmarkt Gamma wil toch wel echt Nederlandstalig personeel. "We vinden het van groot belang dat verkoopmedewerkers helder advies kunnen geven over een klus. Dat lukt eigenlijk alleen goed in het Nederlands."
De keten erkent dat het zo wel moeilijker is om mensen te vinden. "Werving is een continue uitdaging. Maar dat betekent niet dat we onze eisen loslaten. We vinden het van evident belang dat personeel alles snapt en leest en alle Nederlandse handboeken en instructies begrijpt."
Gamma heeft wel eens een uitzondering gemaakt. In een zeer beperkt aantal bouwmarkten werken Oekraïense vluchtelingen onder begeleiding.
Praxis: Buddy-systeem
Concurrent Praxis staat er ietsje anders in. Ook daar vinden ze het essentieel dat personeel klus- en bouwadvies kan geven. "Op minder dan een procent na zijn collega's de Nederlandse taal machtig. Voor mensen die de taal nog niet machtig zijn (en dat wel graag willen) hebben we in grotere winkels de mogelijkheid om te werken met een buddy-systeem. We zien in regio's ook voordelen als medewerkers meerdere talen spreken, bijvoorbeeld Nederlands en Pools."