Tweede Kamer wil extra week voor doorstroomtoets groep 8 vanwege carnaval
Basisscholen in carnavalsregio's zoals in Noord-Brabant en Limburg moeten een extra week speling krijgen om de doorstroomtoets af te nemen in groep 8. Dat wil een meerderheid van de Tweede Kamer.
Demissionair onderwijsminister Mariëlle Paul wil net als haar voorganger Dennis Wiersma de planning vooralsnog niet aanpassen vanwege carnaval. Als Paul geen gehoor geeft aan dit verzoek, willen de Kamerleden haar ter verantwoording roepen in een debat.
Over de geplande datum van de nieuwe doorstroomstoets is in Brabant en Limburg al maanden discussie. De toets, die vanaf volgend jaar in plaats van de eindtoets basisonderwijs (voorheen Citotoets) wordt afgenomen, staat gepland in de eerste weken van februari. De toetsweek valt samen met de carnavalsperiode, die begint op 11 februari en op scholen meestal op 9 februari.
Minister wil toets niet verplaatsen
Gemeenten, scholen en carnavalsverenigingen vragen al langer om de doorstroomtoets te verplaatsen. De week voor carnaval is doorgaans gevuld met activiteiten binnen en buiten de school. Dit verzoek werd eerst afgewezen door voormalig onderwijsminister Wiersma, die stelde dat scholen de ruimte hebben om de toets voor de begindatum af te nemen.
De toetsen moeten worden afgenomen tussen 5 en 16 februari en volgens de minister kan de toets dus ook voor carnaval worden gemaakt. Ook huidig minister Paul blijft erbij dat de doorstroomtoets niet verplaatst hoeft te worden.
Een Kamermeerderheid van D66, CDA, SP, PVV, GroenLinks en BBB wil nu dat Paul scholen in de carnavalsregio's niet twee, maar drie weken de tijd geeft voor de droomstroomtoets.
Mocht Paul weer niet op het verzoek van de Tweede Kamer ingaan, dan overwegen de Kamerleden een zogeheten interpellatiedebat aan te vragen. Dat is een debat waarin Kamerleden een bewindspersoon ter verantwoording roepen over een besluit of uitspraak. Tijdens het debat kunnen de Kamerleden in een motie de minister alsnog dringend verzoeken om de toetsperiode aan te passen.
'Gebrek aan kennis boven de rivieren'
Ad Koopman, voorzitter van de Brabantse Carnavalsfederatie, zegt tegen Omroep Brabant blij te zijn met het verzoek van de Kamerleden. "Heel fijn dat de Kamer opkomt voor ons cultuurhistorisch erfgoed op basisscholen."
Volgens Koopman wordt er in de week voor carnaval doorgaans een hoop georganiseerd. "Dorpen en gemeenten met een jeugdraad hebben dan veel activiteiten, vaak op scholen. En er zijn ook veel scholen die dan zelf van alles organiseren", legt hij uit.
De vieringen verschillen ook van dorp tot dorp en van school tot school. "Sommige scholen hebben aangegeven het wel op te lossen met de toets, maar andere zeggen het heel moeilijk te vinden", vertelt de voorzitter. "We vieren allemaal hetzelfde in Brabant, maar doen dat ook allemaal net even anders."
Dat Paul zo aan de planning vasthoudt, verbaast Koopman niet. "Het is een gebrek aan kennis boven de rivieren. Ze kennen daar de datum van het carnaval, maar realiseren zich niet wat daar allemaal nog meer bij komt kijken."