Vijftig jaar na eerste wereldtitel hockeyers worden de verhalen steeds sterker
"Wanneer ben jij jarig, Bolle? Zullen we dan wat geld inzamelen voor nieuwe schoenen?" De begroeting is allerhartelijkst tussen Ties 'Dikke' Kruize en André 'Bolle' Bolhuis. Om hen heen geeft ook de rest elkaar allemaal een warm welkom, vergezeld met venijnige opmerkingen en niet al te vleiende bijnamen die al zeker een halve eeuw meegaan.
Vijftig jaar geleden, op 2 september 1973, werden de Nederlandse hockeyers voor het eerst wereldkampioen. Vrijwel alle spelers van toen zijn dit weekend weer bij elkaar gekomen. Nico Spits, Paul Litjens, Ron Steens, Wouter Leefers, Bart Taminiau; ze zijn er allemaal. Hockeyen doen ze niet meer, maar de sfeer van de kleedkamer is er nog altijd.
"Nee, dat is nooit veranderd", grijnst Bolhuis. "Het zijn dezelfde lui die de grappen maken en dezelfde die een grote bek hebben. En inderdaad, we hebben ook nog steeds dezelfde bijnamen. Kruize was lui, dus die noemen we 'Dikke', maar hij maakte wel alle doelpunten, dus hij kon zich dat permitteren."
Bekijk beelden van de wedstrijd hier:
Op het WK van 1973 in Amstelveen werd Kruize topscorer. In de finale tegen India maakte de 19-jarige sterspeler met twee goals de vroege 2-0 achterstand ongedaan. Het zorgde voor uitzinnige taferelen in het volgepakte Wagener Stadion.
'Ik was helemaal gek!'
Toen Kruize de beelden jaren later nog eens terugzag, was hij wéér overdonderd door die sfeer. "Het was fenomenaal. Maar na mijn carrière heb ik me weleens druk gemaakt over die jonge gasten die na een goal als idioten gingen rennen en schreeuwen en juichen. Totdat ik mezelf terugzag in die finale... ik was helemaal gek!"
In de verlenging kroop Oranje door het oog van de naald. Doelman Maarten Sikking, de enige uit de selectie die niet meer leeft, pareerde vlak voor tijd een strafbal. En nog weer iets later haalde Bolhuis een bal van de doellijn.
Bolhuis: "Dat was best belangrijk. Anders hadden wij hier nu niet met z'n allen staan golfen." Want dat is wat ze doen tijdens de reünie. Een wereldtitel staat er niet op het spel, maar ook hier roert het publiek zich. Elke slag wordt voorzien van commentaar en, als er even aanleiding voor is, gelach.
Bij de prijsuitreiking klinkt er een bescheiden applausje, dat aanzwelt als duidelijk wordt dat zelfs Ab van Grimbergen even langskomt. De bondscoach is inmiddels 93 jaar en dat is te merken, maar deze bijzondere bijeenkomst wilde hij niet missen.
Zijn voormalige pupillen zijn zichtbaar onder de indruk van zijn komst. Geen flauwe grappen dit keer. Er wordt met tafels en stoelen geschoven. Dit moment wordt aangegrepen om de teamfoto vijftig jaar na dato nog eens over te doen.
En dan is het tijd voor een borrel. Binnen de kortste keren klinkt op het terras een kakofonie van gelach, anekdotes en steeds sterkere verhalen.