Bemiddelaar Keijzer over 'probleemkanaal' Almelo: 'Snel en menselijk herstellen'
De schade aan woningen langs het kanaal Almelo-De Haandrik moet "snel, duidelijk en menselijk" worden hersteld door de provincie Overijssel. Dat adviseert Mona Keijzer, bemiddelaar tussen de honderden bewoners met schade aan hun huis en de provincie.
De huidige regeling noemt Keijzer rechtmatig, "maar de uitvoering van de regeling vind ik niet rechtvaardig. De meeste pijnpunten van de bewoners moeten en kunnen opgelost worden in een betere schadeafhandeling".
Concreet betekent dit dat de schaderegeling opnieuw opengesteld moet worden. Nu worden meldingen van na 16 juni 2020 niet meer in behandeling genomen. Ook moet de regeling ruimhartiger worden, vindt Keijzer. Zo moeten niet alleen de schades worden vergoed die mensen zelf hebben aangewezen, maar álle schades die binnen de regeling in aanmerking komen voor een vergoeding.
"Doe bij het vaststellen van de nieuwe schadebedragen niet moeilijk over kleine wensen, zoals het schilderen van een hele muur in plaats van alleen het stuk met een scheur", stelt Keijzer. De schadeafhandeling moet voor huizenbezitters met schade eenvoudiger worden omdat ze één aanspreekpunt krijgen.
Gevaarlijke situaties
Het kanaal werd tussen 2011 en 2016 uitgebaggerd, zodat ook grotere schepen er gebruik van konden gaan maken. Al snel kwamen de eerste meldingen van schade aan woningen. Bewoners vrezen al jaren voor gevaarlijke situaties door verzakkingen. Volgens veel omwonenden is de schade door de provincie aanvankelijk te weinig serieus genomen.
De provincie heeft meerdere onderzoeken laten uitvoeren naar de oorzaak van de schade. Uit onderzoek van kennisinstituut Deltares uit 2021 bleek dat er meerdere oorzaken zijn van de verzakkingen. Daarbij speelt ook de veengrond onder de fundering van de huizen een rol. Toch erkende de provincie Overijssel dat de werkzaamheden hebben bijgedragen aan de problemen.
Patstelling
De provincie heeft een schaderegeling opgezet, maar een deel van de bewoners voelde zich in de steek gelaten. Ze zijn met de provincie in een patstelling beland over de schadeafwikkeling. Een motie van de BBB om Mona Keijzer in te huren als bemiddelaar werd unaniem aangenomen in het provinciehuis.
Een onderzoek van de Nationale ombudsman naar het kanaaldrama is stilgelegd sinds Keijzer aan de slag is gegaan. "Wij zagen de nodige lokale steun voor de bemiddelaar en zagen ook overlap tussen de opdracht van de bemiddelaar en onze voorgenomen aanpak: toekomstgericht, herstel van vertrouwen", aldus een woordvoerder.
Nu het rapport van Keijzer is verschenen, bekijkt de ombudsman of er nog een rol voor hem is weggelegd in het dossier.
Bewoners voelen zich serieus genomen
De actiegroep die opkomt voor getroffen bewoners, Kant noch Wal, is positief over het onderzoek van Keijzer. "Ze heeft met tientallen bewoners gesproken. Mensen kregen in persoonlijke gesprekken echt de kans om hun verhaal te vertellen, ze voelen zich serieus genomen", zegt voorzitter Harry Broekhuizen. "Maar we waarschuwen ook dat dit rapport niet alles oplost. Mona Keijzer doet slechts aanbevelingen, Provinciale Staten moeten uiteindelijk de besluiten nemen."
Inmiddels heeft het kanaal de provincie Overijssel inmiddels al ruim achttien miljoen euro gekost, blijkt uit een door RTV Oost opgevraagd financieel overzicht. De twee grootste kostenposten zijn de schadevergoedingen voor de beschadigde huizen (ruim 4,7 miljoen) en personeelskosten (ruim 4 miljoen); onder anderen de provincieambtenaren die zich met het dossier bezighielden.
Honderden meldingen
Alle 404 schademelders hebben volgens de regionale omroep bericht gehad over de afhandeling van hun schade. De hoogte van de schadevergoedingen is niet bekend, wel laat de provincie weten dat 282 meldingen zijn toegekend en honderd meldingen zijn afgewezen. Tien meldingen zijn intussen ingetrokken en twaalf meldingen zijn nog in behandeling.
Keijzer wijst er in haar rapport op dat de ellende nog niet voorbij is voor omwonenden van kanaal Almelo-De Haandrik. "De harde werkelijkheid is dat de bodem naar verwachting hoe dan ook verder verzakt. Dat betekent dat de overheden ook de handen ineen moeten slaan om zoveel mogelijk verzakking tegen te gaan. Ze moeten niet bang zijn om te investeren en te experimenteren. Ze moeten zorgen dat bewoners hun huizen toekomstbestendig kunnen maken."
Omdat mensen zelf "geen tot weinig" invloed hebben op verzakkingen vindt Keijzer "dat de overheid hen moet helpen hun huis toekomstbestendig te maken". Zo moet er een fonds komen zodat bewoners zelf hun eigen huis toekomstbestendig kunnen maken. "Uit dat fonds kunnen mensen tegen gunstige voorwaarden een lening krijgen om hun fundering te verbeteren."