Jongbloed kon maar moeilijk stoppen: 'Een mooier vak dan keepen bestaat niet'
Jan Jongbloed, de legendarische doelman van Oranje die op 82-jarige leeftijd is overleden, was een gewone Amsterdamse jongen die liever viste dan voetbalde. Hij werd een vedette tegen wil en dank en keepte twee WK-finales.
Jongbloed kwam uit een communistisch nest met tien kinderen, waar niet veel geld was. Voetballen deed hij op straat in Amsterdam, en later bij zijn eerste club VVA als tweebenige linksbuiten. Als prima voetballer werd daar waarschijnlijk de basis gelegd voor zijn kwaliteiten als meevoetballende 'vliegende kiep'.
Als doelman was Jongbloed actief voor DWS, FC Amsterdam, Roda JC en Go Ahead Eagles; bij die laatste club speelde hij op 44-jarige leeftijd zijn laatste officiële wedstrijd. Een min of meer gedwongen pensioen, daar hij in dat duel met HFC Haarlem getroffen werd door een hartinfarct.
Hij kwam tot 'slechts' 24 interlands bij het Nederlands elftal, maar daar zaten wel twee WK's bij, inclusief finales: in 1974 en 1978.
Op het veld was Jongbloed fanatiek en keihard. Toch was voetbal voor hem niet het belangrijkste van de wereld. En ook niet het op één na belangrijkste, getuige zijn uitspraak: "Ik hield van vissen, vrouwen en voetbal. In die volgorde."
Grillig
De interlandloopbaan van Jongbloed bestaat uit 24 duels in 16 jaar en is grillig. In 1960 was hij al eens reservedoelman achter Eddy Pieters Graafland bij een trip naar de Nederlandse Antillen.
Zijn debuut maakte hij in 1962 bij een vriendschappelijke wedstrijd tegen Denemarken. Jongbloed kwam vijf minuten voor tijd in het veld voor Piet Lagarde en moest één keer vissen in het met 4-1 verloren duel.
Liefst twaalf jaar lang bleef Jongbloed vervolgens buiten beeld bij Oranje. Pas in 1974 was er weer interesse, van bondscoach Rinus Michels.
In de tussentijd beleefde Jongbloed met DWS zijn hoogtepunt als clubspeler: in 1964 veroverde de Amsterdamse club de landstitel, nota bene als net uit de eerste divisie gepromoveerde club.
In 1974 was er nog een hoogtepunt voor Jongbloed, toen hij met fusieclub FC Amsterdam in de tweede ronde van de UEFA Cup de Italiaanse grootmacht Internazionale uitschakelde.
Blote handen
Daarna volgde ook nog eens de selectie voor het WK van 1974. Bondscoach Michels was voor zijn totaalvoetbal op zoek naar een doelman die kon voetballen. FC Amsterdam-keeper Jongbloed, en niet PSV-goalie Jan van Beveren, werd de eerste keus.
Jongbloed viel tijdens het WK op omdat hij zonder handschoenen keepte. Met blote handen had hij meer grip op de bal, legde hij uit.
Voor Vrij Nederland hield hij voor en tijdens het WK een dagboek bij. Openhartig, eerlijk en typisch Jongbloed, blijkt bijvoorbeeld uit onderstaande passage.
Piet Keizer en ik stonden vanmorgen met een bloedend hart op, zaterdag 1 juni is namelijk opening visseizoen.
Na het eten (voortreffelijk) sigaretje gerookt en 's avonds wat gekaart. Fadhronc (assistent-bondscoach, red.) vandaag 25 jaar in Nederland. Geen gebak gehad. Welterusten.
Uiteindelijk verloor Oranje de WK-finale van West-Duitsland. Bij het schot van Gerd Müller voor de 2-1 dook Jongbloed niet, wat hem de nodige kritiek opleverde.
"Ik weet heus wel of ik een bal had kunnen tegenhouden of niet en deze was niet te stoppen'', zei Jongbloed daarover in 1998 tegen de Volkskrant. "Ik zie het nog gebeuren en toch heb ik nooit wakker gelegen van die goal, omdat ik wist dat ik mezelf niets te verwijten had.''
'Klerehekel' aan duiken
Van Jongbloed was wel bekend dat hij niet hield van duiken. In zijn biografie Aparteling zegt hij daarover: "Duiken is gewoon een kwestie van staan. Een metertje naar links of een metertje naar rechts. En als ik een bal echt niet tegen kon houden, dook ik niet. Daar had ik een klerehekel aan. Moet je weer opstaan... Ik was er te lui voor."
Na het WK in 1974 was er voor Jongbloed een aanbieding van Ajax. Maar de dan al 33-jarige goalie bleef FC Amsterdam trouw. De Ajax-mentaliteit hoefde van hem niet, en hij prefereerde zijn vrije visdag boven een extra trainingsdag. Bovendien had hij het ook druk met zijn sigarenwinkel annex hengelsportzaak.
Het verhaal gaat dat Johan Cruijff de fanatieke Jongbloed eens wilde uitleggen hoe hij moest vissen. "Als je niet gauw opsodemietert, lazer ik je zo het water in", was het antwoord van Jongbloed.
Op het WK van 1978 begon Jongbloed - inmiddels in dienst van Roda JC - als eerste doelman, maar na drie wedstrijden raakte hij zijn basisplaats kwijt aan Piet Schrijvers.
Laatste man
Jongbloed zei later veel last te hebben gehad van het feit dat er eigenlijk twee bondscoaches waren. "Ernst Happel zat alleen maar te kaarten, Jan Zwartkruis riep van alles. En wie nou de eindverantwoordelijkheid had, is voor mij altijd onduidelijk gebleven", zei Jongbloed later.
Door de blessure die Schrijvers opliep tegen Italië in de laatste groepsduel van de tweede ronde, keerde Jongbloed terug onder de lat. In de finale verloor Nederland na verlenging met 3-1 van thuisland Argentinië.
Jongbloed had een gedurfde manier van keepen. Cruijff prees hem in zijn toptijd als de modernste doelman. Hij was een meevoetballende keeper, die regelmatig buiten zijn eigen strafschopgebied als laatste man fungeerde. Ook zijn timing en sprongkracht waren pluspunten.
Bovendien kon Jongbloed aan het einde van zijn loopbaan een reeks indrukwekkende records presenteren.
Hij speelde 717 wedstrijden in het betaalde voetbal, in 27 seizoenen, en dat is nu nog steeds een record. Hij speelde in september 1985 op zijn 44ste met Go Ahead Eagles bij HFC Haarlem zijn laatste wedstrijd in het betaald voetbal en was daarmee de oudste prof uit de geschiedenis.
Als international bleef hij een recordaantal van 683 minuten zonder tegendoelpunt, tussen 1975 en 1978.
Bliksem
Op 23 september 1984, tijdens zijn laatste periode onder de lat bij Go Ahead Eagles, kreeg Jongbloed te maken met het grootste drama uit zijn leven: zijn 21-jarige zoon Eric-Jan, keeper bij DWS, kwam om het leven toen hij tijdens een wedstrijd door de bliksem werd getroffen.
Na zijn actieve loopbaan was de trouwe Jongbloed lang bij Vitesse werkzaam. Van 1988 tot 2010 bekleedde hij diverse functies in Arnhem: assistent-trainer, jeugdtrainer en interim-hoofdtrainer.
Maar het liefst had Jongbloed tot zijn 65ste in het doel willen staan, zei hij in een interview met de Volkskrant: "Een mooier vak dan keepen bestaat niet. Ik kan me een wedstrijd herinneren met DWS tegen Rapid. Ik hield de meest onmogelijke ballen tegen, ik had het gevoel dat ik eeuwig door de lucht kon zweven. Dat ultieme gevoel van vrijheid en geluk heb ik nadien zelden meer gekend.''
In 2019 schetste Frank Heinen in Het Eindsignaal een portret van Jan Jongbloed: