Bij Van Schip hangt inspiratie aan de muur: ‘De worsteling van Obree herken ik'
Baanwielrenner Jan-Willem van Schip, wereldkampioen op de puntenkoers in 2019, worstelt soms met het 'anders zijn'. Hij vindt zichzelf een betweter. Iemand die maar lastig keuzes kan maken.
Als Van Schip het even niet meer weet, kijkt hij naar een foto aan de muur in zijn woonkamer in Wageningen. "Dan denk ik: wat zou Graeme Obree doen?"
In 1993 deed de onbekende Schot Obree de wereld versteld staan door met een zelfgemaakte tijdritfiets en een kolderieke fietshouding het dan negen jaar oude werelduurrecord van Francesco Moser te verbeteren.
Van Schip, vandaag de dag zelf wielrenner van beroep, was nog niet eens geboren. En toch inspireert de Schotse dwarsdenker hem nog steeds.
Dat Obree een plek moest krijgen in hun Wageningse huis was een ingeving van Van Schip en huisgenoot Taco van der Hoorn. Van der Hoorn woont inmiddels in Andorra, maar de foto hangt nog steeds. "Ik weet niet eens superveel over Obree", bekent Van Schip.
"We hebben lang een artikel uit de Volkskrant over hem op de wc gehad. Daarin vertelde hij dat hij veel moeite heeft gehad met acceptatie van wie hij is en wat hij deed. Dat hij zelfmoordpogingen heeft ondernomen. En dat hij uiteindelijk wel gewoon wereldkampioen is geworden en dat werelduurrecord heeft behaald. Later hebben ze die houding van hem nog getest in de windtunnel en nog steeds blijkt dat megasnel. Dat vind ik heel cool."
Tranen op de wielerbaan
Vanavond doet Van Schip in Glasgow, de achtertuin van Obree, samen met Yoeri Havik een gooi naar de wereldtitel op de koppelkoers. Ze kunnen lezen en schrijven met elkaar. Toch was het niet zeker dat Van Schip de koppelkoers zou mogen rijden.
Eind vorig jaar reed Havik zesdaagsen met niemand minder dan Dylan van Baarle. En bij de EK in Grenchen, in februari, was Vincent Hoppezak zijn partner. Van Schip reed in Zwitserland het omnium. Hij stond na drie onderdelen eerste, maar viel uiteindelijk van het podium.
Na afloop brak Van Schip voor de camera van de NOS. Hij vertelde over de zwaarste fase uit zijn leven, over de druk van anders zijn, over momenten dat hij er niet meer wilde zijn. De tranen kwamen en bleven komen.
Het interview is nooit uitgezonden. Van Schip heeft de beelden wel. "Soms laat ik het zien aan mensen. Sommigen zeggen: dit is vet, dit is cool. Maar er zijn ook mensen die raar gaan doen. Mensen willen veilig blijven. Het is misschien mooi als ik mezelf kwetsbaar toon, maar het geeft heel veel gezeik."
'Wasmachineguy'
Van Schip spreekt zoals veel mensen hem kennen. Intelligent en intuïtief, in een hoog tempo, waarbij hij moeiteloos strooit met metaforen en straattaal. Maar zodra het over Obree gaat, beginnen zijn ogen te stralen.
"Je moet Graeme Obree zijn. Je moet nadenken: wat kan er beter, wat kan ik anders doen? Hij wilde gewoon sneller fietsen, niet die wasmachineguy zijn. Maar vervolgens zeggen al die mensen: dat is die wasmachineguy!"
Worsteling
"De worsteling van Obree herken ik", vervolgt Van Schip. "Nu wordt elke tijdrijder bij een wielerteam individueel getest. Maar individueel is het zo moeilijk om alles voor elkaar te krijgen. In Vive le Vélo (wielerprogramma op de Belgische tv, red.) werd ooit hard gelachen om mijn ingekorte stuurpen en op maat gemaakt aerostuur. Het is bewezen dat het werkt, maar nooit is iemand naar mij toegekomen om te vragen: mag ik dat ook proberen?"
"Nog steeds als ik in een peloton rijd, schelden allemaal gasten me verrot omdat ik met een te smal stuur rijd. What the fuck? Ben je dan zelf onzeker, omdat je zelf geen eigen stuur erop mag schroeven? Ben je bang dat ik echt sneller ben? Het geeft zo veel gezeik. Dat is zo verschrikkelijk moeilijk."
Schatkamer
Het ultieme doel voor Van Schip is duidelijk: twee keer olympisch goud in Parijs. De koppelkoers in Glasgow is een belangrijke opstap naar dat doel. En dus heeft hij ook nu een eigen, innovatief titaniumstuur.
Het is smal, met een speciale greep aan de voorkant, waar hij zijn handen omheen kan vouwen en zichzelf naar voren kan trekken. "Het moet een beetje hierop gaan lijken", zegt hij, knikkend naar de foto van Obree.
In de tuin staat zijn schuur, een schatkamer voor de liefhebber. Er is een bak met aangepaste zadelpennen, een met zadels, met stuurtjes en stuurpennen. "Ik rijd nu met een stuurpen van 20 centimeter en dan vragen ze allemaal: 'Kun je daarmee de bocht wel om? Is dat niet gevaarlijk?' Ja, het kan. En het is ook nog eens sneller."
"Ik ben soms een betweter, maar ik heb ook moeite met die keuzes maken. Als je iemand hebt die een andere keuze maakt, heeft dat weerslag op de hele groep. Stel je gaat naar de disco en iedereen is lekker aan het dansen, maar er is er een die de hele tijd onzeker om zich heen aan het kijken is of hij wel goed danst. Daar wordt iedereen ongemakkelijk van. Die guy was ik."
Met hulp van psychologen heeft Van Schip zichzelf beter leren kennen. "Nu merk ik dat ik er ook normaler over kan communiceren. Dat ik mensen mee kan krijgen en dat het ook mag verschillen. Ik heb altijd het Graeme Obree tool gehad, maar ik heb niet de tool gehad om dat sociaal in te passen. Daar is het misgegaan."
"Ik vind het gewoon heel leuk om te puzzelen. Om met een Graeme Obree-blik te kijken en te denken: hé, er is een andere oplossing mogelijk. Dat geeft mij energie."
Obree woont nog altijd in de buurt van Glasgow. Een verzoek om een interview wees hij vriendelijk, maar resoluut af. Al siert zijn beeltenis de programmaboekjes, de WK in Glasgow kan hem gestolen worden. Obree is vertrokken. Op fietsvakantie.