Onderwijsbranche eensgezind achter mobieltjesrichtlijn middelbare scholen
Belangenorganisaties in het voortgezet onderwijs zijn blij met het advies van het ministerie om mobieltjes uit het klaslokaal te weren. De onderwijsministers Dijkgraaf en Wiersma (die inmiddels is afgetreden) zagen eerst niets in zo'n advies; ze vonden dat de scholen dat zelf wel konden regelen.
Een half jaar later is alles anders. Op aandringen van de Kamer werden de afgelopen maanden gesprekken met betrokkenen gevoerd. Nu vindt ook minister Dijkgraaf dat er wat moet gebeuren: "Onderzoek laat zien dat het enorm verstorend werkt, dat het de concentratie weghaalt en dat de leerprestaties omlaaggaan."
Voor de middelbare scholen geldt vanaf 1 januari de richtlijn dat mobieltjes, tablets en smart-horloges niet zijn toegestaan in de klas, behalve als daar een educatieve of medische reden voor is. Het is aan de scholen zelf om hiervoor met leraren, ouders en leerlingen de exacte regels af te spreken. Na een half jaar wil Dijkgraaf beoordelen of meer maatregelen nodig zijn, bijvoorbeeld een wettelijk verbod.
Leerlingen van scholengemeenschap De Meergronden in Almere geven toe dat ze tijdens de les vaak op hun mobieltje zitten:
"30 procent van de scholen heeft die afspraken de afgelopen maanden al aangescherpt", zegt Henk Hagoort van de scholenorganisatie VO-raad. Hij hoopt dat ook andere scholen met docenten, leerlingen en ouders nagaan of de afspraken die nu gelden overeenstemmen met de richtlijn. "Niemand wil onnodige afleiding in de klas, en daarom moeten mobieltjes alleen op die momenten gebruikt worden dat het de les ten goede komt en helpend is voor de docent."
Leerlingen, ouders, docenten
"We hebben dat ondertekend, omdat we merken dat leerlingen wel afgeleid worden", zegt voorzitter Rafke Hagenaars van het LAKS. De scholierenvakbond vindt weliswaar dat het mobieltje voor scholieren onmisbaar is geworden, maar schaart zich toch achter de richtlijn, omdat is afgesproken dat het mobieltje in de klas wel voor educatieve doeleinden mag worden gebruikt.
De stichting Ouders & Onderwijs ziet de richtlijn als steun in de rug van ouders die hun kind het liefst verbieden om tijdens de les met het mobieltje bezig te zijn. "Het is moeilijk voor ouders om zoiets alleen te doen, om te zeggen: jij mag dat niet, ook al mogen je vriendjes dat wel. We zijn blij met de collectieve afspraken", zegt directeur Lobke Vlaming.
De onderwijsvakbond AOb hield eerder dit jaar een enquête onder docenten. "Ik heb nog nooit een peiling zo snel ingevuld zien worden", zegt bestuurslid Jelmer Evers. "Maar liefst 73 procent van de leden in het voortgezet onderwijs wil een landelijk verbod op mobieltjes in de klas."
Basisscholen, mbo en hoger onderwijs
In het primair onderwijs was volgens Evers 54 procent voor een mobieltjesverbod. Of er voor die sector ook een richtlijn komt, is nog niet duidelijk.
"In het primair onderwijs moeten we het er eerst nog over hebben", zegt voorzitter Freddy Weima van de PO-Raad, de belangenvereniging van scholen in het basis- en speciaal onderwijs. "Het probleem is in onze sector gewoon veel kleiner, en als we meegaan, moeten we wel weer extra regels met elkaar gaan afspreken."
Het overleg daarover vindt in het najaar plaats. Voor het mbo en het hoger onderwijs geldt de richtlijn in ieder geval niet.