Broers Van den Berg op NK wielrennen tegen Mathieu en Jumbo: 'Hij kan op me rekenen'
Het Nederlands kampioenschap wielrennen is niet eerlijk. Het is per definitie een strijd van David tegen Goliath. Van grote sterke blokken tegen een bonte verzameling eenlingen.
Jumbo-Visma strijdt vandaag in Zuid-Limburg met tien renners, die op papier bijna allemaal in staat zijn om te winnen. Daartegenover staan de dappere strijders, die het in hun eentje of met z'n tweeën moeten klaren.
De meesten zijn gedoemd tot pelotonvulling, zolang zij niet luisteren naar de naam Mathieu van der Poel tenminste. Wie numeriek in het nadeel is, moet op zoek naar bondgenoten.
De broers Lars en Marijn van den Berg dragen vandaag dan wel een ander shirt, zij gunnen elkaar de zege.
Broers in de kopgroep
Vorige week zaten beide broers nog samen in de kopgroep in de slotrit van de Ronde van Occitanië. "Zo vaak koersen we eigenlijk niet met elkaar", vertelt Marijn, met 23 jaar de jongste van de twee. "Dus dat was wel leuk, zeker omdat we allebei goed reden."
"Marijn won die week meteen de eerste rit en reed in de puntentrui", vertelt Lars (24). "Maar in de slotrit kreeg ik mijn kans. Diep in de finale was ik alleen weg met Simon Carr, een Engelse teamgenoot van Marijn. We gingen sprinten om de overwinning."
"Ik werd derde", vertelt Marijn, "maar het scheelde niet veel of ik had ze nog voorbij gesprint. Uiteindelijk won mijn ploeggenoot Carr. Toen dacht ik wel even, shit. Ik had het Lars gewoon gegund."
"Achteraf had ik liever verloren van Marijn dan van zijn ploeggenoot natuurlijk", zegt Lars. "Daar heb ik echt stevig van gebaald. Zo vaak kom ik ook weer niet in die positie."
Lars van den Berg was een jaar of zes toen hij door zijn vader op de racefiets werd gezet. En al snel volgde zijn een jaar jongere broertje Marijn. "Sindsdien hebben we eigenlijk altijd samen getraind en stapje voor stapje werd het steeds serieuzer", aldus Lars. "Marijn zou je een laatbloeier kunnen noemen. Hij was best klein voor zijn leeftijd, tot hij een groeispurt kreeg."
"Ik hoorde heel lang helemaal niet bij de besten", beaamt Marijn. "Beetje middelmaat eigenlijk. Pas bij de beloften begon ik wedstrijden te winnen."
Onder leiding van de ervaren ploegleider Adri van Houwelingen leerden de broers het vak bij het continentale Metec, waar ze met onder anderen David Dekker, Arvid de Kleijn en Sjoerd Bax samen reden. En de resultaten volgden snel.
Lars werd tiende in de Ronde van de Toekomst, de hoog aangeschreven 'Tour de France' voor beloften en kreeg een aanbieding van de Franse WorldTour-ploeg Groupama-FdJ. "Dat was best een grote stap, want ik sprak helemaal geen Frans en ze wilden dat ik in Besançon kwam wonen. Inmiddels hebben ze een van de beste opleidingsploegen van de wereld, maar toen moest ik nog heel veel zelf regelen."
De coronapandemie maakte alles nog moeilijker: binnen enkele weken verdwenen vrijwel alle wielerkoersen van de kalender. Jezelf bewijzen als belofte zat er niet in en de overstap naar het profpeloton was moeilijker dan ooit.
De oudste Van den Berg leek zonder te koersen verzeild in een chasse patate, een achtervolging op een onbereikbaar profpeloton. Maar hij hield vol, kreeg zijn kans en is inmiddels toe aan zijn vierde seizoen bij Groupama-FdJ.
De Franse taal is geen probleem meer. "Niet dat ik het vloeiend spreek, maar ik kan me goed redden. Laatst kwam (ploegbaas) Marc Madiot nog naar me toe om te zeggen hoe goed mijn Frans was. Ze waarderen het vooral dat je het probeert."
In 2021 kreeg Lars in Besançon gezelschap van zijn broer Marijn. Na zijn groeispurt bleek in hem een explosieve sprinter te schuilen, vooral op lastige aankomsten. In Franse beloftenkoersen reeg hij de zeges aaneen.
Maar toch kreeg Marijn geen aanbieding om prof te worden en verkaste naar het Amerikaanse EF Pro Cycling. Marijn: "Misschien ook wel beter, want dat Frans heb ik nooit onder de knie gekregen".
'Verrast door Tour-deelname'
In januari boekte Marijn zijn eerste profzege op Mallorca en inmiddels staat de teller op twee. Lars wacht nog op zijn eerste zege. Maar volgende week staat hij wel mooi aan de start van zijn eerste Tour de France.
"Ik werd gebeld door mijn ploegleider Philippe Mauduit. Dan word je wel even stil. Dit is toch een droom die uitkomt."
"Ik had zeker niet verwacht dat ik de Tour zou mogen rijden", vervolgt Lars. "Volgens mij stond ik ook helemaal niet op de lijst. Toen Madiot besloot om sprinter Arnaud Démare thuis te laten en de ploeg om klassementsman David Gaudu te bouwen, stegen mijn kansen natuurlijk. Maar dat ze mij kozen boven iemand als Michael Storer (tweevoudig ritwinnaar en bergkoning in de Vuelta, red.) had ik niet gedacht. Mijn goede prestaties in Occitanie hebben daar zeker bij geholpen."
Toevallig kon Lars het goede nieuws meteen delen met zijn broertje. "Lars was die dag bij mij in Utrecht", vertelt Marijn. "Ik stond eigenlijk op het punt om te gaan fietsen toen hij gebeld werd. Ik bleef nog even staan en hoorde hoe Lars eerst even stil was. Ik liep naar hem toe en heb hem een dikke knuffel gegeven."
Iemand als Olav Kooij ga je er echt niet afrijden, tenzij Mathieu van der Poel iets geks doet.
Normaal gesproken rijdt Marijn dit najaar in de Vuelta zijn eerste grote ronde. Voor Lars is de Tour al zijn derde. Vorig jaar reed hij de Giro uit. Dit jaar gaf hij na een week vol regen en miserie ziek op.
De weersituatie is vandaag met zo'n dertig graden heel anders. "Ik heb het parcours donderdag verkend, maar zo zwaar is het ook weer niet", vertelt Lars. "Iemand als Olav Kooij ga je er echt niet afrijden, tenzij Mathieu van der Poel iets geks doet."
Ouders met bidons
Als het op sprinten aankomt, schrijf Marijn van den Berg dan maar op. Maar met alleen Julius van den Berg (geen familie) als teamgenoot heeft hij dat niet in eigen hand. Dan helpt het om een meesterstrateeg in je kamp te hebben. In zijn geval: ploegleider Sebastian Langeveld.
Lars heeft geen begeleiders vanuit Frankrijk meegekregen. "Mijn ouders staan langs de weg om bidons te geven. Net als vroeger eigenlijk."
Over een ding hoeft hij niet lang na te denken. "Of ik in de slotfase een gaatje dicht ga rijden voor Marijn? Ik ga mijn ploegmaat Bram Welten niet in de weg rijden natuurlijk. Maar ja, Marijn kan op me rekenen."
Hoe werkt het eigenlijk als je met een of twee teamgenoten het NK moet rijden? Voor de wegwedstrijd voor vrouwen legde Annemiek van Vleuten het haarfijn uit: