Bert de Groot bij een van de laatste restanten van de visafslag
NOS Nieuws

Met het leeghalen van de afslag is Den Helder geen vissersstad meer

De helft van de Helderse viskotters is naar de sloop en nu wordt ook de visafslag stukje bij beetje ontmanteld. Den Helder is geen vissersstad meer.

"Iedereen vindt het verschrikkelijk. Ze zeggen dat ze het werk missen en sturen me herinneringsfoto's van dat ze zelf aan de lopende band stonden", zegt Bert de Groot (53), de laatst overgebleven werknemer van de visafslag tegen NH Nieuws. "We werkten hier vroeger met 190 man, dat was een kakelende bende."

De Groot werkt al meer dan 36 jaar bij de visafslag in Den Helder, maar nu moet hij de boel leeghalen. Een paar elektriciteitskastjes worden hergebruikt. Verder gaat alles naar de schroot. "We hebben geprobeerd het te verkopen, contact gezocht met alle visafslagen en zelfs met bedrijven in België en Duitsland, maar niemand geeft gehoor", zegt De Groot. Hij wijst naar een onderdeel bovenaan de loopband. "Daar zitten camera's in, voor 7.000 euro per stuk, die gaan weg."

Een van de loopbanden, met daarin onder andere de camera's en verschillende weegstations voor de vis, kostte zo'n 1,5 miljoen bij aanschaf. De Groot vermoedt dat er in totaal voor bijna twee miljoen euro aan apparatuur naar de schroot gaat.

Tegenslag op tegenslag

De sluiting was onvermijdelijk. De Groot somt op: "Brexit, Natura 2000 gebieden waar niet gevist mag worden, het opwarmende water waardoor ze steeds verder weg moeten vissen, het pulsverbod (verbod op vissen met een sleepnet), windmolenparken waar je niet mag vissen, stijgende olieprijzen, geen bemanning, geen opvolgers."

De branche had al moeite om tijdens de coronaperiode overeind te blijven. Toen de oorlog in Oekraïne begon, was dat voor veel vissers de nekslag. Het werd simpelweg te duur om uit te varen voor een onzekere vangst. En geen visserij betekent ook geen visafslag. De Groot: "De laatste tijd haalden alle boten samen 1000 kisten schol binnen. In de jaren tachtig was dit 1000 tot 1500 kisten per kotter."

Op weg naar het museum: restanten van viskotter Hendriks Petronella

Het was al bekend dat de helft van de tien kotters die Den Helder als thuishaven hadden, wordt gesloopt of al gesloopt is. Dat gebeurt in het kader van een saneringsregeling. De vissers krijgen een vergoeding van het ministerie van Landbouw.

De vijf overgebleven kotters brengen hun vangst nog wel aan wal in Den Helder, maar de vangst gaat per vrachtauto naar de visafslag in Den Oever. De Groot gaat dat proces begeleiden en blijft dus als een van de weinigen in Den Helder werkzaam in de visserij.

Mooie herinneringen

Wat blijft zijn de herinneringen. Zoals de foto waarop De Groot laat zien dat hij op een enorme tonijn van 320 kilo zit. "Een Deense kotter had die gevangen. Ze kregen hem niet in de boot gehesen, dus hebben ze hem de haven binnengesleept. Dat was rond het jaar 2000, dus al meer dan twintig jaar geleden. Ik ben toen voor de schaal op de vis gaan zitten. Heden ten dage zouden we dat nooit meer doen."

Bert de Goot in betere tijden, de tonijn weegt 320 kilo

Het Helders Museum heeft een paar stukjes van de gesloopte viskotter Hendrik Petronella op het laatste moment gered, "Op het moment dat we de beelden zagen van de afvoer van de kotter hier uit de haven dachten we: hier moeten we wat mee", legt Laurens van Zoonen van het Helders Museum uit.

Hij liet de boeg en de achtersteven van de sloper terughalen. De bedoeling is om er een monument van te maken dat in of bij het museum komt te staan. Hoe dat eruit gaat zien, mogen de bewoners van de stad zelf gaan bepalen. Van Zoonen: "Den Helder is altijd trots geweest op de visserij. We willen iets tastbaars houden ter herinnering aan die periode."

Als het gebouw van de visafslag leeg is, wordt het ingericht als uitvalsbasis voor mensen die werken op de windmolenparken op zee.

Deel artikel:

Advertentie via Ster.nl