Politie doet ultieme poging om 22 vermoorde vrouwen te identificeren
De Nederlandse, Duitse en Belgische politie hebben de hulp ingeroepen van Interpol, in een ultieme poging de identiteit van 22 overleden meisjes en vrouwen te achterhalen. De vrouwen werden vrijwel zeker vermoord. Ze zijn vermoedelijk afkomstig uit andere landen, waardoor het nooit is gelukt ze te identificeren. Het is voor het eerst dat Interpol informatie over ongeïdentificeerde overledenen deelt met het publiek.
Via Interpol start nu een campagne, waarmee veel informatie over de zaken wordt gedeeld in de hoop dat iemand de vrouwen herkent. Zo zijn op de site van de internationale politieorganisatie foto's van sieraden en kledingstukken van de vermoorde vrouwen te zien. Ook worden er gezichtsreconstructies getoond.
Verder roepen bekende vrouwen uit Nederland, Duitsland en België op om informatie over de vrouwen te delen. Namens Nederland zijn dat actrice Carice van Houten en zangeres S10.
Negen vrouwen werden tussen 1976 en 2005 dood gevonden in Nederland. Een van de zaken waar aandacht voor wordt gevraagd, is die van het zogenoemde Heulmeisje. Zij werd dood aangetroffen, vlak bij de voormalige parkeerplaats De Heul langs de A12.
"Ervaring leert dat het heel nuttig kan zijn om samen te werken", zegt Carina van Leeuwen, forensisch rechercheur bij het coldcaseteam Amsterdam en een van de initiatiefnemers van de campagne. "In Amsterdam zijn de afgelopen tien jaar 41 van de 100 onbekende doden geïdentificeerd. Slechts vier bleken uit Nederland te komen."
De politie vermoedt dat de buitenlandse vrouwen hier zijn achtergelaten, mogelijk bewust om politieonderzoek te frustreren.
Vrouw in kliko
Een andere zaak draait om een jonge vrouw die in 1999 in een afvalcontainer in rivier de Gaasp werd gevonden. Oud-agent Huib Dijkstra was samen met zijn collega als eerste ter plaatse. Hij kan het zich na ruim twintig jaar nog goed herinneren: "Toen we aankwamen, wist ik gelijk dat het mis was. Als je van iets onschuldigs af wil, dump je het gewoon in het water. Niet in een afgesloten kliko."
Dezelfde dag werd de afvalbak door de technische recherche uit het water gehaald en geopend. Dijkstra en zijn collega waren daarbij aanwezig. "Ik had door mijn ervaring al meerdere lijken gezien, maar dit was anders. We zagen de contouren van de armen en benen. Het had iets surrealistisch."
De vrouw bleek met een vuurwapen om het leven te zijn gebracht. Haar lichaam was deels in beton gegoten. Naast de kleren van de vrouw lagen er ook mannenkleren in de kliko.
Isotopenonderzoek
De politie heeft het actieve onderzoek in de zaak na twee maanden afgerond. "Ze hebben destijds van alles gedaan", weet Carina van Leeuwen, die de zaak in 2007 als cold case heropende. "Maar, als je niet weet wie het slachtoffer is, loop je snel vast."
De politie weet door isotopenonderzoek dat de vrouw in Nederland, België, Duitsland of Luxemburg is opgegroeid. Bij isotopenonderzoek wordt er gekeken naar de samenstelling van lichaamsweefsel en de informatie die dat geeft over waar iemand heeft gewoond of is opgegroeid.
"Ze moet in een van deze landen op school hebben gezeten", zegt Van Leeuwen. "Het is bijzonder dat er nooit iemand is geweest die haar heeft herkend."
In het kader van de campagne deelt de politie een nieuwe reconstructie van het gezicht van de jonge vrouw, die volgens Van Leeuwen aanzienlijk beter is dan de reconstructie uit 2007.
Eerst identificeren, dan opsporen
De campagne is in eerste instantie gericht op het identificeren van de vrouwen. Op deze manier kan de familie worden ingelicht. Het vinden van een dader kan een vervolgstap zijn.
Forensisch rechercheur Van Leeuwen hoopt dat de campagne ook een ander effect heeft. "Als je zelf een familielid mist en je hebt geen dna afgegeven, doe dat dan alsnog", benadrukt ze. "Sinds 2006 is er een dna-databank voor vermiste en niet-geïdentificeerde doden. Hoewel er sindsdien veel meer dna wordt afgegeven, is er nog een enorme achterstand, terwijl dna in dit soort zaken juist cruciaal kan zijn.''