Bijna 60-jarige springruiter Loewie Joppen aast op Olympische Spelen

Leeftijd is maar een getal, wordt vaak gezegd. En er zijn sporten waar dat ook daadwerkelijk het geval is. Springruiter Loewie Joppen (59) vertegenwoordigt Nederland begin mei tijdens een landenwedstrijd in Mannheim. De Limburger staat, onder meer na optredens tijdens Jumping Amsterdam en The Dutch Masters, op de radar bij bondscoach Jos Lansink.

Ruim een jaar voor de Spelen mag Joppen dromen van Parijs. Maar dromen is aan hem niet besteed. "Ik ben daar heel nuchter in. Ik wacht eerst maar eens rustig mijn prestaties af dit jaar. Tuurlijk zou ik het graag willen. Maar of het gaat lukken, het is nog ver weg."

Toch is de entree van Joppen bij het gilde van elite-ruiters een opmerkelijke. Decennialang zag hij zichzelf vooral als opleider van springpaarden. Langzaam stoomde hij de dieren klaar voor de top, waarna hij ze verkocht.

Zo zag Joppen vier van zijn voormalige paarden op de Olympische Spelen belanden, met een andere ruiter in het zadel. Handelaar Joppen kon dat goed aanzien. "Ik heb geen sponsor en de schoorsteen moet toch roken. Dus het was verstandiger om ze te verkopen."

Pingpongen voor fun en reflexen

Nu de respectabele leeftijd van 60 jaar in zicht komt, heeft Loewie Joppen besloten toch eens voor eigen kansen te gaan met zijn paard Havel van de Wolfsakker. "Ik ben op leeftijd en ik ben nog fit. En ik heb een paard dat ook comfortabel is. Dan wil ik het toch nog effe doen. Om de schoorsteen te laten roken, verkoop ik wel een andere."

Het lijkt op spotten met de wetten van de topsport, om op 59-jarige leeftijd op het hoogste niveau actief te zijn. Maar in de hippische wereld werkt het anders. Bondscoach Lansink hecht weinig waarde aan leeftijd. "Het belangrijkste is dat mens en paard fit zijn."

Over zijn fitheid maakt Loewie Joppen zich geen zorgen. "Als ik veel zou gaan drinken en eten, dan wordt het natuurlijk moeilijk. Ik moet een klein beetje gedisciplineerd leven. En voor de fun ga ik na het rijden met een groep even pingpongen. Dat is ook een goede manier om de reflexen te trainen."

Een ruiter-op-leeftijd is wat Joppen betreft geen bezwaar. "Paardensport is ook gevoel en techniek. Als je op ski-vakantie gaat, zie je ook oudere mensen gewoon naar beneden skiën. Zo is het met paardrijden ook." Lansink vult aan: "Je kan het ook positief zien: hij heeft meer ervaring."

Tijdens de NK Springen, deze week in Deurne, neemt Joppen het op tegen ruiters die soms wel 36 jaar jonger zijn, zoals Bas Moerings. Ook het jonkie onderkent het belang van ervaring. "Dat loont zeker. Hoeveel kilometers je in de benen hebt, is een belangrijke factor in de paardensport. Dat maakt hoe koel je in het hoofd bent."

"Het is ook het aanvoelen van je paard in de ring", legt Joppen uit. "Welke druk je moet opbouwen, hoe je je wendingen moet rijden, welke galop-pas past bij jouw paard. Daar moet je een beetje mee spelen. En dat heeft ook met ervaring te maken."

Een nuance maakt Moerings wel. "Jongere ruiters als Maikel van der Vleuten en Harrie Smolders hebben ook hun kilometers gemaakt. Maar die zijn fysiek nog wel een slag scherper. Dat kan een verschil maken. Maar ruiters als Dubbeldam en Joppen kunnen ook gewoon een keer boven hen staan in een klassement."

Beste combinaties

Uiteindelijk, weet Maikel van der Vleuten, is elke ruiter -jong of oud- ook afhankelijk van zijn paarden. "Loewie heeft nu een aantal goede paarden tot zijn beschikking en dus kan hij goed meedoen."

De suggestie dat de paarden eigenlijk de échte topsporters zijn, gaat volgens Van der Vleuten niet helemaal op. "De combinatie is belangrijk. Je moet op elkaar zijn ingespeeld. Je moet weten waar jij je paard moet ondersteunen en waar het paard jou als ruiter kan helpen. Dan komen de beste combinaties bovendrijven."