NOS Nieuws

Van oerbier tot Beijersch (géén speciaalbier): canon toont bierhistorie Nederland

Het is gisteren weer rijkelijk geschonken: bier. De drank die vooral hard gaat in de horeca en bij feesten, was vroeger juist een voorname voedingsbron. En wat nu bijna niemand meer weet, is dat plaatsen als Gouda en Delft ooit de bierhoofdsteden van Europa waren. De zin en onzin over bier in Nederland is nu vastgelegd in de Canon van de Nederlandse biercultuur, die vandaag wordt gepresenteerd.

Lezers van de canon gaan in 35 stappen langs alle bierontwikkelingen, invloedrijke brouwers en soorten als oer-, gruitbier en 'Beijersch'. De canon begint in de eerste eeuw na Christus, met de Bataafse biercultuur die zijn weg vond naar het Romeinse leger. Vooralsnog eindigt hij in 2022 met het hoofdstuk 'het einde van speciaalbier'. Over die term is op z'n zachtst gezegd discussie; wat de makers betreft wordt hij afgeschaft.

Mythes ontkracht

Een van de doelen van de canon is het onderuithalen van fabels en mythes over bier. Veel mensen zullen weleens hebben gehoord dat in de middeleeuwen vooral bier werd gedronken omdat water te vies was. "Een hardnekkig misverstand", zegt Leendert Alberts, medeopsteller van de canon en docent aan de Stichting Bieropleidingen Nederland. "Er werd juist voor gezorgd dat er goed drinkwater was in de steden. Dat was ook in het belang van de brouwers, want van slecht water maak je geen goed bier."

Om dat verhaal kracht bij te zetten, drinkt Alberts vandaag met gasten van een 'bierrondleiding' water uit de Oudegracht in Utrecht. Kan prima, zegt hij.

Een waterschuit en een putgalg: met de putgalg werd water direct uit de gracht naar de brouwketel geleid. Als het water niet goed genoeg was, werd water met een schuit van elders gehaald

Ook dat bier vroeger altijd 'slap' was, is volgens de canonmakers een verhaal om voor eens en voor altijd mee af te rekenen. Alberts: "Ik heb bronnen gezien waaruit blijkt dat er zeker veertig duurdere biersoorten waren met hogere alcoholpercentages. Dat werd vooral gekocht door de rijkere families. En als je echt iets bijzonders aan je gasten wilde aanbieden, was dat importbier uit Hamburg. Dat werd toen gezien als het beste, en droeg bij aan je eigen status."

Bierhoofdsteden

Maar de canon is er vooral voor mooie bierverhalen. Over bier in Nederland valt ook veel te vertellen. Zo was Gouda in de vijftiende eeuw de grootste bierexporteur van Europa. Delft was dat in de zestiende eeuw.

"Bier ging naar België, Noord-Frankrijk en zelfs naar Engeland", zegt medeauteur Rudi Bakker van de Stichting Erfgoed Nederlandse Biercultuur. Delft had alles wat een grote bierstad vroeger nodig had. "Goed water om te brouwen en water om het over te vervoeren."

In de canon komen ook de donkere perioden aan bod. Na de middeleeuwen volgde een tijd van verschraling en kwaliteitsverlies, met uiteenlopende oorzaken. Bier raakte uit de gratie, de ontwikkeling stond stil. In de canon is die periode afgebakend van 1650 tot 1835.

Grote spelers

Namen die onlosmakelijk met de ontwikkeling van het Nederlandse bier zijn verbonden, zijn die van Heineken en Amstel. In de loop van de negentiende eeuw ontwikkelden zij zich tot grote spelers en ook pioniers, die nieuwe technieken toepasten en steeds beter bier op steeds grotere schaal gingen brouwen. Eerst 'Beijersch', een ondergistend bier uit Duitsland dat in Nederland al in trek was geraakt, later het bekende pils uit Tsjechië.

In 1968 fuseren Heineken en Amstel tot één Nederlandse megabrouwerij. De toenmalige directeuren proosten erop

Nog altijd is Nederland de tweede bierexporteur ter wereld, na Mexico. Dat komt voor een belangrijk deel door Heineken. Vooral in de VS vindt Hollands bier gretig aftrek. Ook de Fransen, tweede op de lijst, lusten wel een ennekèn.

Van 13 naar 900+ brouwerijen

"Het Nederlandse bierlandschap is enorm veranderd", zegt Bakker over de ontwikkelingen van de laatste decennia. "In de jaren 80 hadden we alleen maar bier en pils, tegenwoordig heb je in iedere supermarkt tientallen soorten tot je beschikking." In de canon wordt gereconstrueerd hoe het jaar 1980, met de kennis van nu, een sleuteljaar was voor die ontwikkeling.

Aan het einde van de canon ligt het bierlandschap er goed bij. "Nederland heeft nu ruim 900 brouwerijen", zegt Alberts van de Stichting Bieropleidingen Nederland. "In 1980 waren dat er nog maar dertien."

En de geschiedenis houdt hier niet op. Het marktaandeel van pils daalt jaarlijks met een paar procent en er komen nog altijd brouwerijen en soorten bij. De canon is dan ook dynamisch, zeggen de makers. De toekomst zal uitwijzen wat er nog in het vat zit.

Deel artikel:

Advertentie via Ster.nl