Raad van State: overheid moet scherpere keuzes maken, niet alles kan
De slagvaardigheid van de overheid staat onder druk en regering en parlement moeten scherpere keuzes maken. Daarvoor is herbezinning nodig. Dat is de kern van het verslag van de Raad van State over vorig jaar.
"Niet alles kan en zeker niet tegelijkertijd", zegt vicepresident Thom de Graaf. Hij benadrukt dat de overheid niet meer moet beloven dan kan worden waargemaakt. Volgens hem ondermijnt gebrek aan slagkracht het geloof in wat de overheid kan doen.
"Vertrouwen in de overheid is de grondslag van onze democratische rechtsstaat en rafelt dat vertrouwen, dan rafelt ook de rechtsstaat", waarschuwt de Raad, de belangrijkste adviseur van regering en parlement.
Moeizame interactie
De Raad van State noemt als 'rode draden' die de slagvaardigheid van de overheid negatief beïnvloeden: complexe regels, problemen in de uitvoering, toegenomen behoefte aan maatwerk en compensatie, onvoldoende duidelijke keuzes en moeizame interactie tussen overheden. "Het wordt er bovendien niet eenvoudiger op om overheidstaken adequaat uit te voeren als er in alle delen van de arbeidsmarkt tekorten te zijn", staat in het jaarverslag.
De Raad analyseert vijf thema's die tekenend zijn voor de "complexe opgave waarvoor de overheid zich gesteld ziet": leefomgeving, jeugdzorg, asiel, toeslagen en rechtspraak.
Ook rechters betrekken
De Graaf adviseert vaker nee te zeggen tegen maatschappelijke verlangens als de overheid die niet kan waarmaken: "Prioriteren vraagt moed, van zowel volksvertegenwoordigers als bestuurders."
Verder beveelt hij aan uitvoeringsorganisaties vaker "betekenisvol" te betrekken bij de afweging of een wens echt kan worden uitgevoerd. "Dat mag geen punt op een afvinklijstje zijn; er gaat meer niet goed in de uitvoering van overheidsbeleid dan wenselijk is".
Volgens de Raad zouden ook rechters daarin een rol kunnen spelen: "Rechters maken geen wetten, maar hun kennis van en ervaring met hoe wetten in de praktijk uitwerken, kan systematischer worden teruggekoppeld naar regering en parlement."
Rol voor decentrale overheden
In het jaarverslag staat verder dat wetten zo eenvoudig mogelijk moeten zijn. Ze mogen door een stapeling van wensen en aanpassingen niet onleesbaar, onwerkbaar en onuitvoerbaar worden.
Ook wil de Raad voorkomen dat beleid centraal wordt uitgedacht zonder daarbij stil te staan bij de rol van decentrale overheden: "Nationaal beleid op terreinen als ruimte, klimaat, stikstof, woningbouw of asiel is geen solistische exercitie. Uiteindelijk staan jongeren, woningzoekenden en asielzoekers bij de gemeente aan het loket."