De Indonesische president Joko Widodo
NOS Nieuws

Spijtbetuiging over massamoord communisten in Indonesië is 'te weinig en te laat'

  • Mustafa Marghadi

    correspondent Zuidoost-Azië

  • Mustafa Marghadi

    correspondent Zuidoost-Azië

Casini (79) schuifelt met haar mandje vol kleurrijke bloemblaadjes richting de begraafplaats van haar vader. Die ligt in het dorp waar ze woont, vlak bij het plaatsje Kramat aan de noordkust van Java. Ze komt er eens per jaar. "De dood van mijn vader is heel traumatisch. Daarom kom ik hier zo weinig."

De bejaarde vrouw weet ook niet eens welk graf van haar vader is. Nadat ze onder de groene ijzeren boog boven de ingang is doorgelopen, staat ze stil bij twee kleine massagraven. "Assalamaleikum pappa. Ik hoop dat God je goed behandelt."

De vader van Casini ligt in een van die twee graven. Samen met veertien anderen die in 1965 werden opgepakt door een knokploeg, omdat ze verdacht werden van communistische sympathieën. 21 was ze. "Hij werd op een truck gezet en naar een rijstveld in de buurt gebracht. Daar werden ze neergeschoten." Ze zag het niet, maar kan zich het geluid van de automatische geweren nog levendig herinneren. "Ratatatatata!"

Te weinig en te laat

Het spookt in Casini's hoofd, als ze de bloemblaadjes over de graven gooit waarin de lichamen gedumpt zijn. "Het schijnt dat mijn vader nog in leven was toen ze hem hierin stopten. Ik moet daar altijd aan denken als ik hier kom. Die tijd was zo beangstigend."

Casini's vader was het slachtoffer van "de moeder aller mensenrechtenschendingen" in Indonesië. In 1965 en 1966 werden naar schatting tussen de 500.000 en 2 miljoen vermeende communisten vermoord, in aanloop naar de machtsovername van toenmalig generaal Soeharto. Het is een van de twaalf mensenrechtenschendingen in het land waar president Joko Widodo spijt voor heeft betuigd, na decennia van ontkennen door verschillende regeringen.

Een stap in de goede richting, vinden zowel nabestaanden als Casini en mensenrechtenorganisaties. "Maar het is te weinig en te laat", aldus Andreas Harsono. Hij werkt onder meer voor Human Rights Watch en staat bekend als het mensenrechtengeweten van Indonesië.

Angstcultuur

Hij wijst erop dat talloze nabestaanden van verschillende mensenrechtenschendingen niet de kennis hebben die Casini heeft. "Al zes decennia vragen familieleden zich af waar hun vaders, moeders en broers zijn. Want er is nooit onderzoek gedaan, niks gedocumenteerd. En dat moet nog altijd gebeuren."

En ook moeten de diepe sporen die moordpartijen in de samenleving hebben achtergelaten besproken worden. "Ons leven was na de dood van onze vader miserabel. We werden met de nek aangekeken omdat we kinderen van een communist waren. We werden geïntimideerd en kregen nauwelijks brood op tafel. We waren heel bang."

En die angstcultuur werkte door op volgende generaties. Terwijl Casini in stilte knielt bij een van de graven, zit haar dochter Sri Hesti bij de ingang te peinzen over het leven dat ze had kunnen leiden. "Sinds ik klein was wilde ik altijd bij de politie. Ik liet mijn haar zelfs knippen, zoals agenten kun kapsel hadden. Maar moeder zei dat we als familie van een communist geen ambtenaar of dokter konden worden. Ik was teleurgesteld, en heb me altijd minderwaardig gevoeld."

Nog altijd op het pluche

Sinds vorig jaar mag familie van vermeende communisten zich wel weer aanmelden voor het leger. Maar zelfs in het nieuwe, aangepaste wetboek van strafrecht staat dat het propageren van communisme 15 jaar cel kan opleveren. Dat vloeit voort uit het gedachtegoed van de winnaars van die strijd in 1965. Mensen die in veel gevallen nog altijd op het pluche zitten.

"Het feit dat de massamoordenaars of hun nageslacht vaak nog aan de macht zijn in Indonesië", zegt Andreas Harsono, "maakt het pad naar gerechtigheid heel erg moeilijk." Neem minister van Defensie Prabowo Subianto: die was bevelhebber onder president Soeharto (1967-1998), de periode waarin veel van de mensenrechtenschendingen plaatsvonden waar president Joko Widodo spijt voor heeft betuigd. Maar dat weerhoudt Subianto niet om zich voor de derde keer verkiesbaar te stellen voor het presidentschap: hij is volgend jaar een van de favorieten om Widodo op te volgen.

Ik wil een eerlijk proces. Want er zijn mensen doodgegaan. Ik wil dat wij zo goed mogelijk behandeld worden. Zo eerlijk mogelijk.

Casini, nabestaande

Het is een van de redenen waarom de excuses van Joko Widodo niet goed vallen bij mensenrechtenorganisaties en nabestaanden. De president is van plan om een tournee door het land te maken, om met mensen te spreken over hun ervaringen, maar er worden geen juridische stappen genomen naar aanleiding van de erkenning van het bloedvergieten. Terwijl dat juist zo nodig is, vindt Harsono. "Juridische stappen, maar ook een onderzoek naar de feiten. Niet alleen van de twaalf genoemde schendingen, maar van nog veel meer massamoorden."

Maar Casini en haar dochter rekenen er door de machtsverhoudingen in Indonesië niet snel op. De angst om zich uit te spreken is merkbaar, als Casini's stem ineens heel dun wordt. "Ik wil een eerlijk proces. Want er zijn mensen doodgegaan. Ik wil dat wij zo goed mogelijk behandeld worden. Zo eerlijk mogelijk." Sri Hesti pakt haar moeder bij de hand en samen schuifelen ze de begraafplaats af. Pas volgend jaar komen ze weer terug. Want zolang dat eerlijke proces er niet komt, blijft het spoken in Indonesië.

Deel artikel:

Advertentie via Ster.nl