Onderzoek van de BIDKL op het Nationaal Ereveld in Loenen
NOS Nieuws

Nieuwe techniek helpt NFI bij identificatie doden, naam slachtoffer WO II achterhaald

Het Nederlands Forensisch Instituut (NFI) en de Bergings- en Identificatiedienst van de Koninklijke Landmacht hebben de identiteit achterhaald van een oorlogsslachtoffer in een anoniem graf op het Nationale Ereveld in Loenen. Wie hij was, is op verzoek van de familie niet bekendgemaakt.

Bij het onderzoek werd gebruikgemaakt van een nieuwe dna-techniek die ook in vastgelopen strafzaken kan worden gebruikt. Met oude technieken kon alleen een familieband met ouders, broers of zussen worden aangetoond. Met de nieuwe techniek kan dat ook met meer zekerheid voor andere bloedverwanten, zoals neven en nichten.

Met de nieuwe techniek kan het NFI dna-profielen veel gedetailleerder vergelijken. "Waar we normaal 23 plaatsen op het dna onderzoeken, kijken we hier naar tienduizend kenmerken", zegt dna-verwantschapsdeskundige Charissa van Kooten van het NFI. "Hierdoor kun je personen beter vergelijken. Zo is het toch mogelijk om verdere familieleden te vinden."

Ook in strafzaken

De techniek kan ook helpen bij het oplossen van vastgelopen strafzaken. Als op een plaats delict dna van de vermoedelijke dader is gevonden, kan het NFI kijken of dat overeenkomt met dna-profielen in de databank voor strafzaken. Als dat geen directe match oplevert, kan het NFI zoeken naar mogelijke verwanten in de databank als het Openbaar Ministerie daar toestemming voor geeft.

Als in die databank familie van de vermoedelijke dader zit, is de kans dat dit ontdekt wordt dankzij de nieuwe techniek groter geworden. De naam van dat familielid gaat dan naar de politie. Dat vergemakkelijkt het opsporen van de dader van het misdrijf.

Nationaal Ereveld

De methode is voor het eerst toegepast bij de identificatie van een tot voor kort onbekend oorlogsslachtoffer op het Nationaal Ereveld in Loenen. De BIDKL begon daar in 2018 met een onderzoek naar 103 personen die tijdens de Tweede Wereldoorlog anoniem waren begraven. In de meeste gevallen was dat in Duitsland, waar ze als dwangarbeider waren omgekomen. Na de oorlog zijn de lichamen naar het Ereveld overgebracht.

In oktober 2021 kwam de BIDKL in contact met een neef van zo'n dwangarbeider. Zijn oom was in 1944 in Berlijn vermist geraakt. Het vermoeden was dat hij op het Ereveld in Loenen zou liggen. Maar het dna-verwantschapsonderzoek en onderzoek van de gebitsresten leverden onvoldoende zekerheid op. Met de nieuwe techniek lukte het dit jaar wel.

Waardevol

Volgens het NFI biedt de nieuwe techniek vooral kansen in zaken waar geen nauwe verwanten meer zijn, maar wel een vermoeden bestaat van wie de resten zijn. Dan kan met hulp van bijvoorbeeld neven en nichten de identiteit nog worden achterhaald.

Op Nederlands grondgebied bevinden zich nog zo'n 6000 vermiste militairen en burgers uit de Tweede Wereldoorlog. Als er iemand gevonden wordt, wordt de BIDKL ingeschakeld.

"Er wordt vaak veel moeite gedaan door de BIDKL in dat soort zaken", zegt Van Kooten. Dan wil je niet vastlopen in je onderzoek, dat is heel frustrerend. Als er nog nabestaanden zijn, wil je hun een antwoord geven. Prachtig dat dat nu in deze complexe zaken kan."

Deel artikel:

Advertentie via Ster.nl