Cijfertjes en tablets langs de ijsbaan: de data achter het shorttracksucces
Anne van Eijk
Anne van Eijk
Ze vliegen over het ijs tijdens een reguliere training in ijsstadion Thialf. De Nederlandse shorttrackers geven in aanloop naar de WK alles om net weer een klein beetje sneller te worden dan ze al waren, maar doen dat niet alleen door dagelijks snoeihard rondjes te schaatsen.
Tussen de trainingsrondjes door haasten ze zich naar de zijkant van de baan om plaats te nemen op de boarding. Daar pakken ze een tablet en bekijken ze hoe ze zojuist door de bochten zijn gegleden. Een enkeling grijpt het toetsenbord dat klaarligt en tovert op een van de schermen langs de baan alle rondetijden naar boven.
Relevante data
Het hele jaar door, tijdens alle trainingen en wedstrijden wordt zo veel mogelijk relevante data verzameld van de shorttrackers. Van rondetijden tot aan hoe goed iemand geslapen heeft, en ook de hartslagen worden continu gemonitord. Daarnaast wordt alles op camera vastgelegd en kunnen die beelden direct - al dan niet in slow motion - teruggekeken en geanalyseerd worden.
"Het leven van een topsporter klinkt heel makkelijk: je traint 's ochtends en 's middags een paar uur en de rest van de dag kun je op de bank zitten, maar zo werkt het natuurlijk niet helemaal. Er komt veel meer bij kijken", weet Bjorn de Laat, embedded scientist van de shorttrackploeg.
De Laat is bewegingswetenschapper en sinds 2014 in dienst van schaatsbond KNSB. Hij is degene die ervoor zorgt dat alle data verzameld en geanalyseerd wordt, maar dat gaat niet zonder dat de shorttrackers daar ook zelf iets voor moeten doen.
Iedere shorttracker van de Nederlandse ploeg moet dagelijks, een kwartier voordat de eerste training begint en na elke training, invullen hoe hij of zij zich voelt. "Als die data niet op tijd ingevuld is, kan de trainer daar geen rekening meer mee houden tijdens de training."
Rood vlakje
Als iemand vergeten is zijn data in te vullen, verschijnt er op een van de schermen langs de baan een rood vlakje op de plek waar eigenlijk de rondetijden van die persoon te zien moet zijn. "Zonder die rode vlakjes, zou het geen succes zijn", verklaart De Laat.
"Want het is geen kwaadwillendheid. Shorttrackers willen schaatsen, sporten en geen data intikken. Dat vinden ze gewoon niet leuk. Zo'n rood vlakje op het scherm, zien ze als straf. Maar je kunt het natuurlijk ook als beloning zien: als je je data op orde hebt, krijg je je rondetijden te zien."
De bewegingswetenschapper noemt de data "een stukje van de puzzel" die leidt tot succes. "Als je alles goed op orde hebt, dan geeft dat de atleten vertrouwen dat ze op de goede weg zijn."
"En naast de datakant dragen bijvoorbeeld goed ijs, een goede boarding en een goede hal daar natuurlijk ook aan bij. Maar je moet natuurlijk ook gewoon een beetje mazzel hebben, met een talent zoals Suzanne Schulting."
De Laat analyseert alle binnengelopen data en koppelt zo nodig terug naar de coach, sinds afgelopen zomer Niels Kerstholt. "Ik geef dan aan wat ik zie, of iemand in vorm is of juist heel vermoeid. En dan is het aan de coach om daar de intensiteit van de training eventueel op aan te passen."
De beelden van de trainingen en wedstrijden worden automatisch geüpload naar "een soort YouTube voor sport", waarvoor iedere shorttracker een eigen inlog heeft. "Dan kunnen de rijders en coaches achteraf zelf tactiekanalyses doen: wanneer ging je naar voren, hoe kwam het dat je geblokkeerd werd, waarom kwam die ene concurrent nog buitenom op dat moment?"
Hoe zit het in andere landen?
Dat Laat vindt het "lastig in te schatten" of er nog meer landen op deze schaal data bijhouden van hun shorttrackers. "Áls het nog ergens gebeurt, zou het in Korea kunnen zijn, maar ik denk verder dat geen enkel land het op deze manier doet."
Als het gaat om data, heeft De Laat nog in elk geval één grote toekomstwens. "Een gps-systeem, zodat je elke honderdste van een seconde een positie krijgt van een atleet. Dan kun je dus naar de lijnen gaan kijken die ze rijden, of ze de bochten bijvoorbeeld goed aansnijden."
"Maar dan zou je ook de aflossingsmomenten tijdens de relay kunnen analyseren: hoe goed komt de snelheid van de ene persoon over op de andere persoon tijdens het duwmoment. Want soms kan persoon X heel goed duwen op persoon Y, maar op persoon Z dan misschien weer niet. Daar is nog veel winst te behalen als we dat helemaal zouden kunnen analyseren."