Inspectie grijpt weer in bij hondenfokker, deze keer in Venray
De Landelijke Inspectiedienst Dierenbescherming (LID) heeft vrijdag zes dieren weggehaald bij een hondenfokker in Venray. Zij waren sterk vermagerd en hadden last van darminfecties, ontstoken tandvlees en huid- en vachtproblemen. De dieren zijn naar een geheime plek gebracht, waar zij worden verzorgd.
De fokker heeft nog steeds meer dan tachtig honden, waaronder keeshonden, shiba inus en verschillende soorten poolhonden. De dieren zitten op een kale, betonnen vloer en hadden op het moment van het inspectiebezoek niet genoeg water en voedsel. Als de situatie bij een volgende bezoek niet is verbeterd, volgen er nieuwe sancties.
De inspectie haalde vorige week 21 honden weg bij een fokker in het Brabantse Deurne die ook zwaar verwaarloosd waren. En een paar weken geleden trof de inspectie in het Brabantse Someren 130 honden aan, waarvan veel een vervuilde en vervilte vacht en een slecht gebit hadden. Ook deze fokker krijgt sancties opgelegd als de verzorging, huisvesting en administratie niet verbeteren.
'Elke keer weer'
Een woordvoerder van de LID weet niet waarom er nu opeens drie zaken in drie weken tijd zijn en wil nog niet van een trend spreken. Wel zegt hij dat het lastig is om verwaarlozing van honden bij broodfokkers te bestrijden. "Want de rechter kan in Nederland nog geen permanent houdverbod opleggen."
Het is al wel mogelijk om een houdverbod als 'bijzondere maatregel' op te leggen, met daarbij een voorwaardelijke geldboete of voorwaardelijke celstraf. "Maar als wij dan weer komen, en een fokker heeft toch weer dieren, dan betaalt hij de geldboete en vervalt het houdverbod", aldus de woordvoerder. "Mensen kunnen daardoor elke keer weer beginnen."
In de Tweede Kamer ligt een wetsvoorstel om een permanent houdverbod in te voeren. Hierdoor zou de rechter een verbod van maximaal 10 jaar kunnen opleggen aan mensen die voor het eerst worden betrapt op het verwaarlozen van dieren. Veelplegers zouden een houdverbod van maximaal 20 jaar kunnen krijgen. Het permanente verbod kan er wat betreft de woordvoerder van de inspectie "niet snel genoeg" zijn.