Het Instituut Mijnbouwschade Groningen (IMG) gaat in beginsel niet meer in hoger beroep tegen uitspraken waarin de rechtbank Groningers met aardbevingsschade een vergoeding heeft toegekend. Dat heeft staatssecretaris Vijlbrief (Mijnbouw) met het instituut afgesproken.
Vijlbrief vindt het instellen van hoger beroep "niet gewenst" omdat de overheid daardoor tegenover de burgers komt te staan. In het vorige week uitgekomen rapport van de parlementaire enquêtecommissie werd geconcludeerd dat de belangen van de Groningers stelselmatig zijn genegeerd door de overheid.
Ook stelde de commissie dat de schadeafhandeling makkelijker en menselijker moet.
Het IMG, de overheidsinstantie die gaat over de afhandeling van de schade, heeft beloofd alleen nog in hoger beroep te gaan als de uitspraak bredere gevolgen heeft en als er verschillen dreigen te ontstaan tussen gedupeerden van de gaswinning.
Alternatieve procedure
"Bewoners mogen niet meer de dupe worden van een hoger beroep", zegt Vijlbrief. Daarom heeft hij het IMG opgedragen in zo'n geval een alternatieve procedure te voeren die de wet toestaat. Daarbij wordt de Raad van State om een 'prejudiciële uitspraak' gevraagd.
Dat is een soort uitleg door de rechter van de regels. Zo'n uitspraak geeft duidelijkheid aan het IMG, maar heeft geen gevolgen voor de schadevergoeding die de bewoners toegekend hebben gekregen. Die mogen ze gewoon houden.
Als een 'prejudiciële uitspraak' niet mogelijk is, dan kan het instituut alsnog in hoger beroep. Maar ook dan zal de schadevergoeding niet worden teruggevorderd als het IMG in het gelijk wordt gesteld.
Op dit moment lopen er acht hoger beroepszaken, en dat leidde vorige maand tot veel ophef. Ook in die zaken mogen de bewoners hun schadevergoeding houden, ongeacht de uitkomst, schrijft Vijlbrief aan de Tweede Kamer.