Na 55 jaar proftennis doet China dankzij Wu en Zhang ineens mee bij de mannen
Twee vrienden zetten het mannentennis de laatste maanden ineens op de kaart in China. Na de historische tophonderdklassering voor Zhang Zhizhen is er nu de eerste ATP-finale voor zijn landgenoot Wu Yibing.
Wu had op het toernooi van Dallas met Michael Mmoh, Denis Shapovalov en Adrian Mannarino al drie tophonderdspelers verslagen, maar zijn grootste stunt was de ontsnapping in de halve finale tegen de als eerste geplaatste Taylor Fritz: 6-7 (3), 7-5, 6-4.
Thuisspeler Fritz was twee klappen van de overwinning verwijderd, met een voorsprong van 5-4 en 30-0 in de tweede set. Maar met zijn attractieve spel en zijn succesvolle comeback kreeg daarna ook Wu het publiek steeds meer op zijn hand.
Sinds 1968 niet zo succesvol
Zo succesvol zijn de Chinese tennissers nog nooit geweest, sinds het zogenoemde open tijdperk van het professionele tennis in 1968 begon.
Bij de vrouwen bracht het land als wel enkele wereldtoppers voor, met Li Na als de bekendste. De voormalige nummer twee van de wereld won zowel de Australian Open en Roland Garros.
Wu heeft net als Zhang nog een lange weg te gaan, al wordt hij door zijn successen wel de hoogst genoteerde Chinees ooit op de ATP-ranking. Hij zal hoe dan ook rond de 75ste plek uitkomen en bij een toernooizege nog een kleine twintig plekken hoger.
In de finale moet hij dan wel zien af te rekenen met John Isner, die ondanks zijn hoge tennisleeftijd van bijna 38 zijn tegenstanders per partij nog moeiteloos dertig aces om de oren slaat.