Advies: geef geschiedenis Nederlands-Indië prominente plek in onderwijs
De geschiedenis van voormalig Nederlands-Indië moet een prominentere plek krijgen in het onderwijs en op straat. Ook moet de informatie erover online toegankelijk worden. Dat zijn belangrijke conclusies uit een rapport van de commissie Versterking kennis geschiedenis voormalig Nederlands-Indië, dat vanmiddag aan het kabinet wordt aangeboden.
De commissie onder leiding van oud-minister Jet Bussemaker werd in 2021 door staatssecretaris Paul Blokhuis opgezet om de kennis over de geschiedenis van voormalig Nederlands-Indië te versterken.
Bussemaker schrijft in haar advies ook waarom termen als 'voormalig Nederlands-Indië' en 'Indisch' eigenlijk geen geschikte termen zijn om over deze geschiedenis te praten, zo schrijft de Volkskrant.
"De term voormalig Nederlands-Indië is eigenlijk een koloniale term", zegt Bussemaker tegen de krant. "En als je Indisch zegt, dan verwijs je naar Nederlanders met ten minste één Europese ouder. Je mist dan de geschiedenis van de Molukkers, de Chinezen, de Papoea's en de Indonesiërs. Er zijn vanuit heel veel verschillende invalshoeken verhalen over deze geschiedenis te vertellen."
Diepe verontwaardiging
Volgens Bussemaker hebben de meeste Nederlanders op school geleerd over de Japanse bezetting van voormalig Nederlands-Indië tijdens de Tweede Wereldoorlog, of de treinkaping door Molukkers. In het onderwijs moet wat haar betreft ook aandacht zijn voor de lange periode vanaf de VOC-tijd tot de migratiegeschiedenis van alle groepen die naar Nederland kwamen.
"Pas als je dat helemaal begrijpt, kun je je voorstellen waar de diepe verontwaardiging van de Molukkers vandaan kwam, en waarom dat leidde tot de treinkaping", zegt Bussemaker.
Geïnspireerd op bouwstijl Indonesië
Op het vmbo en het mbo is de grootste inhaalslag te maken, zegt de commissievoorzitter. Bussemaker: "Om twee redenen. Er wordt daar nóg minder geschiedenis gegeven dan op de havo en het vwo. En het merendeel van onze jongeren zit op het vmbo en het mbo. We willen nadrukkelijk dat ze leren over de doorwerking van die geschiedenis in het hier en nu."
De discussie over verwijzingen in het straatbeeld naar bekende personen uit de VOC-tijd zoals Jan Pieterszoon Coen, juicht Bussemaker toe. "Laat de gesprekken daarover maar komen, wat ons betreft. Datzelfde geldt voor de monumenten die verwijzen naar voormalig zeehelden. We zeggen niet dat je ze moet overschilderen, maar maak mensen ervan bewust hoe het aan de geschiedenis is gelieerd."
Bussemaker vindt het Amsterdamse museum Het Schip daar een goed voorbeeld van. "Dat staat bekend als gebouw in de stijl van de Amsterdamse school, maar het is geïnspireerd op architectonische bouwstijlen uit Indonesië. Als je dat weet, is dat een enorme verrijking."
NOS Stories maakte eerder deze video over de geschiedenis van voormalig Nederlands-Indië: