Een Oekraïense soldaat schiet een houwitser, afgelopen oktober

Rusland en Oekraïne zinnen allebei op nieuwe aanval

  • Wessel de Jong

  • Wessel de Jong

De oorlog in Oekraïne is bijna een jaar oud en staat op het punt een nieuwe bloedige fase in te gaan. Zowel Rusland als Oekraïne plant nu namelijk een nieuw militair offensief, wordt algemeen aangenomen. Daarom vindt bijzonder hoogleraar oorlogsstudies aan de Universiteit van Leiden Frans Osinga dit een angstwekkend moment.

De Oekraïners wachten liever nog even, denkt Osinga, totdat ze het nieuwe westerse militair materieel hebben. De tanks en pantservoertuigen die de afgelopen weken zijn beloofd, zijn er de komende tijd nog niet. "Dat window wil Rusland benutten", veronderstelt de hoogleraar.

De Russen willen liefst zo snel mogelijk aanvallen. Het liefst nog voordat de technische superieure wapens, zoals de Duitse Leopard-tanks, verschijnen op het slagveld. Maar het probleem is volgens Osinga dat Moskou wel soldaten kan oproepen, maar dat die daarmee nog niet bewapend en opgeleid zijn. En zelfs na opleiding vormen de nieuwe soldaten niet meteen effectieve gevechtseenheden. Het getal van 500.000 rekruten dat circuleert, lijkt Osinga overdreven.

Lichtzinnig

Ook al zijn de nieuwe gemobiliseerde troepen kort opgeleid en slecht bewapend, dat zal het Kremlin er niet van weerhouden aan te vallen, denkt Osinga. "Dat zal heel veel slachtoffers eisen." De manier waarop het Russische leger met mensenlevens omspringt noemt de hoogleraar "crimineel lichtzinnig". De tactiek doet hem denken aan de Eerste Wereldoorlog.

Dé grote vraag voor de Oekraïners is of de westerse wapens op tijd gaan komen. "Om een offensief te kunnen beginnen. En om een grote aanval te kunnen afslaan."

En dan gaat het niet alleen om rollend materieel maar ook om munitie, die snel opraakt. Daarom gaan de Verenigde Staten en Frankrijk bijvoorbeeld samen 155-millimetergranaten produceren voor de zware westerse kanonnen die Oekraïne heeft gekregen. "Voldoende middelen zijn belangrijk", zegt Osinga. "Want je kunt wel een offensief beginnen, maar veroverd gebied moet je daarna ook nog kunnen vasthouden."

Volgens de hoogleraar is het geen uitgemaakte zaak dat Oekraïne de successen van dit najaar zal weten te herhalen. "Ze hebben de Russen toen geweldig op het verkeerde been gezet. In augustus hadden ze het steeds over een offensief bij Cherson, maar ze sloegen toe bij Charkov. Dat doe je geen tweede keer."

Luchtmacht

Een grote zorg voor Zelensky en zijn commandanten is de Russische luchtmacht, veronderstelt Osinga. Verspreid over heel Rusland staan er ongeveer 1500 gevechtsvliegtuigen paraat, waar weinig mee wordt gedaan. "Per dag maken ze ongeveer 250 gevechtsvluchten boven Oekraïne, dat is niks. Ter vergelijking: tijdens de Kosovo-oorlog in 1999 maakten de geallieerden 500 tot 1000 vluchten per dag, waarmee de vijand werd platgelegd."

Dat de Russen aan het begin van de oorlog verzuimd hebben om luchtoverwicht te krijgen boven Oekraïne, noemt Osinga een van de grootste blunders van president Poetin. "Het was slecht gepland. Ze schoten zelfs hun eigen vliegtuigen neer."

Volgens de militair wetenschapper moeten de Russen daarvan hebben geleerd. "Daar hebben ze maanden de tijd voor gehad." Osinga vreest dat als de Russen bij een volgende aanval hun luchtmacht effectief gaan inzetten, Oekraïne een onaangename verrassing te wachten staat.

Deel artikel:

Advertentie via Ster.nl