Helft van de dijken voldoet nog niet aan norm voor 2050
Ruim de helft van de dijken voldoet nog niet aan de veiligheidsnorm waar alle Nederlandse dijken in 2050 aan moeten voldoen. Dat blijkt uit onderzoek door de waterschappen en Rijkswaterstaat.
Onder "de primaire waterkeringen" valt ongeveer 3500 kilometer aan dijken, samen met de sluizen en gemalen die Nederland moeten beschermen tegen overstromingen. Volgens het rapport moet 1500 kilometer versterkt worden om aan de norm van 2050 te voldoen. Daarvan is nu 174 kilometer af. Naar verwachting is ruim 500 kilometer versterkt in 2028.
Sinds de Waterwet van 2017 moeten alle waterkeringen in Nederland iedere 12 jaar worden geïnspecteerd en waar nodig worden verstevigd. De Inspectie Leefomgeving en Transport onderzoekt nu hoeveel kilometer er precies moet worden verstevigd en wat de bijbehorende kosten zijn.
Dijken nu wel veilig
De dijken die nog niet aan de normering van 2050 voldoen zijn nu veilig, concluderen Rijkswaterstaat en de waterschappen. "We lopen met de controles 27 jaar voor op de verwachte situatie in 2050", zegt Erik Wagener, directeur van het Hoogwaterbeschermingsprogramma (HWBP) .
Het Hoogwaterbeschermingsprogramma (HWBP) bestaat uit 21 waterschappen en Rijkswaterstaat en is verantwoordelijk voor de operatie. Waar de waterschappen verantwoordelijk zijn voor het dagelijks toezicht op de dijken, kijkt het HWBP vooral naar de middellange termijn.
Als eerste wordt langs de grote rivieren aan de waterkeringen gewerkt. Met name aan de dijken langs de Lek, IJssel, de Maas en Waal, bijvoorbeeld tussen Gorinchem en Waardenburg en ook bij Nijmegen, licht Wagener toe. Wel zijn er enkele uitdagingen, zoals de energiecrisis en klimaatverandering. Ook de dijkbouwers zijn gebonden aan de stikstofwetgeving, waardoor projecten langs Natura 2000-gebieden eerst een vergunning nodig hebben. Daarbij kampen ze ook met hoge kosten voor energie en bouwmaterialen.
12,4 miljard
Het Rijk heeft voor het versterken van de 1500 kilometer aan dijken 12,4 miljard euro uitgetrokken tot 2050. De waterschappen betalen daarvoor jaarlijks 400 miljoen euro.
De totale kosten voor de dijkversterking zijn lastig te voorspellen omdat het over zo'n lange periode gaat. Aan het eind van 2023 presenteert het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat een definitief rapport aan de Tweede Kamer. Dan wordt ook meer bekend over de totale kosten van de grootste dijkversterkingsoperatie sinds de Deltawerken.