Veel meer hernieuwbare energie geproduceerd dan een jaar eerder
Nederland heeft dit jaar bijna 15 procent meer duurzame energie geproduceerd dan in 2021. Dat blijkt uit cijfers van Energieopwek.nl, een organisatie die de productie van groene energie bijhoudt.
De groei kwam vooral voor rekening van zonne-energie, met ruim 40 procent meer dan een jaar eerder. Dat is te danken aan het hoge aantal zonuren van dit jaar en doordat veel meer mensen zonnepanelen hebben laten plaatsen. Sinds het begin van de metingen scheen de zon nog nooit zo vaak als dit jaar.
Tot nu toe hebben bijna 2 miljoen huizen zonnepanelen, tegen 1,5 miljoen vorig jaar. Een derde van de koopwoningen wekt zonne-energie op en een zesde van de sociale huurwoningen.
Klimaatakkoord
Ook de verkregen hoeveelheid windenergie nam dit jaar iets toe: met 17 procent. Er zijn nu meer windmolens én er was iets meer wind dan in 2021. Inmiddels is 41 procent van alle elektriciteit die in Nederland wordt gebruikt duurzaam geproduceerd.
In het Klimaatakkoord is vastgelegd dat in 2030 70 procent van alle elektriciteit uit hernieuwbare bronnen komt. Dat wil zeggen dat de energie komt van natuurlijke bronnen die constant worden aangevuld, zoals wind, waterkracht en natuurlijk de zon.
Het Planbureau voor de Leefomgeving gaat ervan uit dat in 2030 85 procent van het Nederlandse stroomverbruik uit hernieuwbare bronnen komt. Dat zou betekenen dat dat doel uit het Klimaatakkoord gehaald wordt.
Door de groei met 15 procent wordt nu bijna 300 PetaJoule duurzaam verkregen. Dat is ongeveer het totale energieverbruik in de provincies Groningen, Friesland, Drenthe en Overijssel samen.
Door de productie van duurzame energie is er dit jaar ongeveer 1,6 miljard kubieke meter gas uitgespaard.