Wilde konijnen moeten populatie in de Noord-Hollandse duinen herstellen
In de duinen van Castricum worden binnenkort wilde konijnen uitgezet. Boswachters van natuurbeheerder PWN hopen daarmee de populatie te herstellen.
Een reeks virussen leidde de afgelopen tientallen jaren tot grote sterfte onder konijnen. Daardoor zijn de dieren nu bijna verdwenen uit de duinen, terwijl ze belangrijk zijn voor het gebied.
Ondanks de introductie van nieuwe dieren (graasrunderen) in het duingebied worden de konijnen node gemist. De dieren hebben namelijk unieke kwaliteiten. "Het konijn is belangrijk in de eerste zone achter de zeereep", legt boswachter Véronique van Meurs uit bij NH Nieuws.
"Daar is het heel voedselarm en is de vegetatie schraal, maar het konijn kan daarvan leven. En het creëert dan weer een nieuw leefgebied voor andere planten en dieren."
60 procent overleeft
De konijnen die gebruikt worden voor de uitzet-pilot zijn wilde konijnen die eerder naar een opvanglocatie zijn gebracht. Om ze te laten wennen aan het duingebied zijn daar twee speciale kooien neergezet. Nu krijgen ze daar nog eten, maar straks moeten ze het zelf rooien. Vergelijkbare experimenten in Frankrijk hebben uitgewezen dat 60 procent van de konijnen de proef overleeft.
Om te voorkomen dat de dieren die in de beschermkooien worden opgevangen onmiddellijk na vrijlating ook door een virus gegrepen worden zijn ze streng gekeurd. Bovendien zijn de proefkonijnen ingeënt tegen de meest voorkomende virusvarianten. Die vaccinatie helpt ze het eerste jaar door. Het is de bedoeling dat de proefkonijnen zich in dat jaar flink voortplanten zodat de populatie die dan ontstaat tegen een stootje kan.
Bekijk hier hoe de konijnen hun nieuwe omgeving verkennen vanuit een omheining:
