Vergeten standbeeld mogelijk 1,5 ton waard: rechter moet echte eigenaar aanwijzen
Een hoteleigenaar in Boekelo wil een standbeeld dat naast zijn hotel staat, laten veilen in Parijs. Maar de gemeente Enschede ziet zichzelf als eigenaar van het beeld en is naar de rechter gestapt.
Het standbeeld Le Grand Couple van de Franse beeldhouwer Henri Étienne-Martin werd in 1968 in Boekelo onthuld. Het was een geschenk van de Koninklijke Nederlandsche Zoutindustrie aan de dorpsgemeenschap, die zo veel arbeidskrachten voor de zoutproductie leverde.
De gemeente Enschede ziet zichzelf als rechtmatige eigenaar omdat het kunstwerk een cadeau was aan Boekelo, dat valt onder Enschede. De hoteleigenaar ziet dat anders: hij heeft het beeld in 2004 tegelijk met het hotel en de omliggende grond gekocht. Daarmee beschouwt hij zichzelf als de rechtmatige eigenaar en is hij in de positie om het standbeeld te verkopen, schrijft RTV Oost.
Het standbeeld heeft hij afgelopen zomer laten uitgraven. Daarna is het overgebracht naar Parijs, waar geïnteresseerden de komende weken de tijd krijgen om het kunstwerk te bekijken en er een bod op uit te brengen. Onlangs leverde een ander beeld van dezelfde kunstenaar veel geld op bij een veiling in de Franse hoofdstad.
Waarde van het beeld bij toeval ontdekt
Het standbeeld stond na de onthulling jarenlang voor de ingang van wat toen nog een golfslagbad en kuuroord was. De laatste decennia fungeerde het pand als hotel met een appartementencomplex.
De waarde van het kunstwerk werd bij toeval ontdekt door Henk Dekker, de voorzitter van de vereniging van eigenaren van het appartementencomplex. De kunstliefhebber stuitte in een beeldentuin in Zwitserland op een standbeeld van Étienne-Martin en legde meteen de link met het kunstwerk in zijn dorp.
Hij wist te achterhalen dat het Boekelose kunstobject deel uitmaakt van een serie van zes sculpturen, vertelt hij aan RTV Oost. Een van deze exemplaren werd in oktober 2020 bij het gerenommeerde veilinghuis Christie's in Parijs geveild. Waar de opbrengst vooraf werd geschat op 30.000 tot 40.000 euro, werd het beeld afgehamerd op 150.000 euro.
'Beeld behoort tot ons immaterieel erfgoed'
Dekker was lyrisch over zijn ontdekking. Zijn foto's en het bijbehorende verhaal bundelde hij in een brochure en hij deelde die enthousiast uit. Niet alleen aan de dorpsraad van Boekelo, maar ook aan de hoteleigenaar. Hij ziet de juridische strijd die daaruit voortvloeit daarom ook met lede ogen aan. "Dat het dan op zo'n manier eindigt, daar baal ik van."
Nadat de hoteleigenaar het beeld in juli had laten uitgraven, sloeg de dorpsraad alarm bij de gemeente. "Het is immers een cadeau aan ons als gemeenschap. Aan de arbeiders die hebben meegewerkt aan het dorp Boekelo zoals het nu is", zegt voorzitter André de Boer. "Het staat symbool voor de link die Boekelo van oudsher met zout heeft. Daarmee behoort dit beeld tot ons immaterieel erfgoed."
De gemeente wil met een kort geding voorkomen dat het standbeeld wordt verkocht. De rechter heeft beide partijen nog aangespoord om er samen uit te komen. De advocaat van de hoteleigenaar laat weten dat hij met de verantwoordelijke wethouder rond de tafel gaat om te kijken of ze tot een schikking kunnen komen. Lukt dat niet, dan komt de rechter op 1 december met een uitspraak.