Vergeer wil af van inclusief karakter Paralympische Spelen: 'Topsport is exclusief'
Zoveel chefs de mission voor Parijs 2024, zoveel doelstellingen.
De een, Pieter van den Hoogenband, stelt in de onvermijdelijke prognose de 25 medailles van 'zijn' Olympische Spelen van 2000 in Sydney als absolute ondergrens. De ander, Esther Vergeer, kijkt liever naar het grotere plaatje dan naar de hoeveelheden paralympische plakken die over twee jaar mee terug naar huis moeten worden genomen.
De paralympiërs staan over twee jaar in de Franse hoofdstad voor een minstens zo grote uitdaging. Tokio 2020 leverde zelfs 59 medailles op, waarvan bijna de helft, 25 stuks, goud was.
Prioriteiten
Het zijn statistieken die Vergeer niet paraat heeft. Vreemd is dat niet. Want de voormalig rolstoeltennisster heeft in deze fase van de aanloop naar Parijs andere prioriteiten.
De doelstelling voor haar vierde Spelen als chef de mission is niet bepaald alledaags. "Ik wil dat iedere Nederlander na afloop van Parijs 2024 acht paralympische atleten bij naam kent."
Als het aan Vergeer ligt, neemt het Internationaal Paralympisch Comité (IPC) het programma op de Spelen flink onder de loep. Binnen afzienbare tijd wil ze een internationale discussie starten waarbij het heden en de toekomst van de olympische sport centraal staat.
Een heikel onderwerp, zeker in het huidige tijdsbestek waarin het begrip 'inclusie' centraal staat.
Niet inclusief
"De Paralympische Spelen moeten, net als de Olympische Spelen, een evenement worden dat slechts voor een beperkt aantal atleten toegankelijk is. Alleen de allerbeste sporters van de wereld moeten daar een medaille kunnen winnen. Paralympische sport is topsport. En topsport is exclusief, niet inclusief."
Vergeer wil bijvoorbeeld af van de talloze categorieën handicaps die in een aantal sporten worden gehanteerd. Indelingen die de Paralympische Spelen voor veel buitenstaanders niet te volgen maken.
Laat ze het zo zeggen. "Voor iedere handicap moet er op de Paralympische Spelen een sport zijn. Maar niet alle sporten hoeven in mijn optiek voor al die verschillende handicaps per se een categorie te hebben."
Vergeer: "Het wordt hoog tijd dat er een schifting komt om de Paralympische Spelen overzichtelijker te maken. Er kan alleen sprake zijn van een internationaal hoogstaande sport wanneer 's werelds beste paralympische atleten participeren in een zo competitief mogelijk veld", vervolgt ze. "Alleen dan kan een mens het beste uit zichzelf halen. En dát is nu precies de essentie van sport."
Of haar aanbevelingen straks worden overgenomen door het IPC? De vraag stellen is deze beantwoorden, denkt Vergeer.
Gidsland
"Nederland is een gidsland. Wij zijn klaar met de gedachte dat iedereen maar moet kunnen meedoen aan de Paralympische Spelen en daar een medaille moet kunnen halen. Alleen is zestig, zeventig, of misschien wel tachtig procent van de wereld daar nog lang niet aan toe. Daarom is de IPC tot op heden zo terughoudend."
De uitkomst van die discussie zal voor Vergeer niets afdoen aan het plezier dat ze in Parijs zal beleven. Ze kijkt reikhalzend uit naar die Spelen, iets dat ook voor Van den Hoogenband geldt.
"Ik kijk uit naar zo'n evenement dat bij wijze van spreken om de hoek georganiseerd wordt en ons daarmee een enorm thuisvoordeel biedt", zegt laatstgenoemde. "Na al dat gedoe in Tokio, waar door corona bijzaken voor mij hoofdzaken werden, wil ik mijn werkzaamheden wel eens invullen onder normale omstandigheden. De maatregelen gingen in Tokio namelijk wel heel erg ten koste van de charme van het evenement."
Bekijk hieronder interviews met Pieter van den Hoogenband en Esther Vergeer over Parijs 2024.
Veel van Van den Hoogenbands werkzaamheden zullen in Frankrijk hetzelfde zijn als in Japan. Met dat verschil, dat er in Parijs een gelouterde chef de mission aan het hoofd van de olympische ploeg staat. "Ik heb in Tokio heel veel over mezelf geleerd. Iedere dag weer."
Niemand is perfect, was een van de lessen van Tokio 2020. "Er zijn mensen geweest die op sommige momenten kritiek hebben gehad op mijn functioneren. Ik kan dat hebben, want ik ben zelf in het verleden altijd ook heel uitgesproken geweest als zaken niet liepen zoals ik dat wilde. Dan moet je nu niet roomser dan de paus zijn en dat gewoon incasseren. Het is belangrijk om daarvan te leren door op een oprechte manier in de spiegel te kijken en die fouten over twee jaar niet meer te maken."
Sydney als 'benchmark'
In Tokio zag realiseerde Nederland een recordscore van 10 keer goud, 12 keer zilver en 14 keer brons, goed voor de zevende plaats op de medaillespiegel. Het aandeel van Van den Hoogenband daarin? De 44-jarige chef de mission kan niet duidelijk genoeg zijn. "Nul komma nul."
Hij had in het land van de Rijzende Zon slechts één taak. "Zorgen dat er niet één potentiële medaille verloren ging." Van den Hoogenband weet welke vraag de komende twee jaar centraal staat. "Hoe kunnen we het in Parijs beter doen?"
Als antwoord zal steevast klinken dat het overtreffen van dat aantal medailles met aan zekerheid grenzende waarschijnlijkheid onmogelijk is. "Die prestatie is namelijk uniek."
"Als doelstelling denk ik eerder aan de 25 medailles van Sydney. Dat is voor mij het begin geweest van het huidige tijdperk in de Nederlandse sport en voor mij een 'benchmark'. Daar moeten we in Parijs boven zien te blijven."