Meta verkoopt gifjesplatform Giphy na besluit Britse toezichthouder
Bijna tweeënhalf jaar nadat Meta (toen nog Facebook) gifjesplatform Giphy kocht, wordt de techgigant gedwongen tot verkoop. De Britse concurrentietoezichthouder oordeelt dat de overname slecht is voor sociale media en de advertentiemarkt.
Meta is teleurgesteld over het besluit maar legt zich er bij neer. Aan wie Giphy verkocht gaat worden is nog niet duidelijk. Hoewel beide bedrijven Amerikaans zijn, heeft de Britse toezichthouder er wel iets over te zeggen omdat de partijen actief zijn in het Verenigd Koninkrijk. Vertrekken uit het VK is voor de partijen geen optie.
Twee problemen
Toezichthouder CMA heeft twee problemen met de overname. Het ene probleem is de positie van sociale media. De vrees is dat die geen of beperkt toegang krijgen tot de gifjesbibliotheek of dat ze verplicht worden om meer data te delen met Meta. In beide gevallen zou dat de positie van de techgigant in het Verenigd Koninkrijk kunnen versterken, is de gedachte.
Het andere probleem draait om de advertentiemarkt. Voor de overname had Giphy een eigen advertentieaanbod en overwoog dat uit te breiden. Meer concurrentie op die markt kan leiden tot meer innovatie, constateert de toezichthouder. Maar toen Giphy onderdeel werd van Meta, kwam daar een einde aan. De CMA vindt dit bijzonder verontrustend omdat de techgigant al heel groot is op de Britse advertentiemarkt.
Overnames Instagram en WhatsApp
Meta kocht het bedrijf in mei 2020 voor 315 miljoen dollar. Daarmee is het een veel kleinere overname dan die van Instagram (1 miljard dollar) en WhatsApp (19 miljard dollar).
Achteraf kwam er veel kritiek op de toestemming die Facebook kreeg van de toezichthouders voor deze overnames. Dat er nu kritischer naar wordt gekeken, blijkt wel uit het besluit van de toezichthouder over de verkoop van Giphy.