NOS NieuwsAangepast

Uniek dna-onderzoek naar tweeling moet verdachte in zedenzaak aanwijzen

  • Remco Andringa

    redacteur Politie en Justitie

  • Remco Andringa

    redacteur Politie en Justitie

Een verkrachtingszaak in Drenthe heeft geleid tot uniek dna-onderzoek door het Nederlands Forensisch Instituut (NFI). Voor het eerst in een Nederlandse strafzaak is het dna van een eeneiige tweeling ontleed om te kunnen bepalen wie van de twee de dader is.

Het gebeurt gemiddeld acht keer per jaar: een verdachte van wie dna is gevonden op een plaats delict blijkt een tweelingbroer of -zus te hebben. Eeneiige tweelingen hebben hetzelfde dna, dus van wie is dan het aangetroffen spoor?

In rechtszaken blijken advocaten deze onduidelijkheid nogal eens aan te grijpen voor de verdediging van hun cliënten. Als er naast het dna geen ander bruikbaar bewijs is, kan de rechter geen onderscheid maken en gaat de verdachte vrijuit.

Verkrachting tijdens nordicwalken

Vandaag staat in de rechtbank in Assen een 28-jarige man uit Zuidlaren terecht op verdenking van verkrachting. Het Openbaar Ministerie denkt dat hij drie jaar geleden een oudere vrouw aanviel en misbruikte toen zij in een natuurgebied aan het nordicwalken was.

Ook deze verdachte heeft een tweelingbroer. En ook deze verdachte ontkent dat hij de dader is. Het dna-profiel van de broer was na een eerdere veroordeling opgenomen in de dna-databank, wat een match opleverde. De advocaat van de verdachte opperde dat de dna-sporen op de broek van het slachtoffer net zo goed afkomstig kunnen zijn van de tweelingbroer als van de verdachte.

Op verzoek van de verdediging stemde de rechtbank in met nader onderzoek. Het NFI kreeg de opdracht te kijken of er toch verschil te vinden is in het dna van beide broers. In het buitenland is zulk onderzoek in strafzaken wel eens gedaan, maar in Nederland tot dusver nooit.

Monsterklus

Het is een omvangrijke, tijdrovende klus, vertelt dna-deskundige Arnoud Kal van het NFI. De onderzoekers zijn er bijna twee jaar mee bezig geweest.

Normaal wordt bij dna-onderzoek naar 'slechts' 23 verschillende plekken in het dna gekeken, die van mens tot mens verschillen. Maar bij eeneiige tweelingen zijn al deze 23 punten identiek.

Daarom moet het volledige dna worden ontleed. "Het dna van ieder mens bestaat uit een code van 3 miljard letters", vertelt Kal. "Bij eeneiige tweelingen zijn er maar vijf à tien letters die verschillen. Dat is echt minimaal."

Als de piepkleine verschillen eenmaal in kaart zijn gebracht, volgt een vergelijking met het dna-spoor van het misdrijf. Opnieuw een monsterklus, want ook in het aangetroffen spoor moeten de specifieke afwijkingen zichtbaar zijn.

Hoewel het NFI nog niets over de uitslag van het onderzoek wil zeggen, is de verwachting dat het instituut erin is geslaagd om daadwerkelijk een verschil in het dna van de twee broers te vinden.

De vraag is dan naar wie de bevindingen leiden. Wijzen de minieme verschillen in het dna naar de verdachte man uit Zuidlaren, of is het toch aannemelijk geworden dat zijn tweelingbroer de dader is geweest?

"Ik doe er op verzoek van mijn cliënt geen mededelingen over", reageert de advocaat van de verdachte. Ook het Openbaar Ministerie wil voorafgaand aan de zitting van vandaag geen uitsluitsel geven.

Alibi

Voor het OM had het unieke onderzoek overigens niet gehoeven. Daar zien ze genoeg ander bewijs dat de verdachte verantwoordelijk is voor de verkrachting. Het slachtoffer herkende hem aan zijn manier van lopen, zijn auto zou in het natuurgebied hebben gestaan en uit telefoongegevens blijkt dat hij in de buurt is geweest.

De tweelingbroer is volgens het OM nooit verdachte geweest. Hij had een sluitend alibi, in tegenstelling tot de verdachte. Die sleutelde op de dag van de verkrachting met vrienden aan een crossauto, maar was ook een tijdje weg .

Moeilijker te ontsnappen

Dna-deskundige Arnoud Kal is benieuwd of de rechter het onderzoek als bewijsmateriaal accepteert. Hij verwacht ook dat de technieken voor dna-onderzoek naar tweelingen zich snel verder ontwikkelen.

"De eeneiige tweeling kon voorheen alleen maar onderscheiden worden op basis van bijvoorbeeld een alibi of vingerafdruk. Nu is daar dna bij gekomen. Dus voor tweelingen die kwaad in de zin hebben wordt het moeilijker om te ontsnappen aan forensisch onderzoek."

Deel artikel:

Advertentie via Ster.nl