Ivan Wolffers

Ivan Wolffers was 'wereldkampioen prostaatkanker', maar na 20 jaar won de ziekte

  • Dik Verkuil

    redacteur Online

  • Dik Verkuil

    redacteur Online

Schrijver, hoogleraar en gezondheidsactivist Ivan Wolffers is op 74-jarige leeftijd overleden. Hij had al bijna twintig jaar prostaatkanker. Vanochtend is hij, omringd door zijn naasten, gestorven, meldt zijn uitgeverij De Arbeiderspers.

Via Twitter lieten Wolffers en zijn echtgenote, de schrijfster Marion Bloem, de afgelopen dagen weten dat zijn overlijden niet lang meer op zich zou laten wachten. "De dagen zijn zo onbeschrijflijk mooi dat ik hoop dat het eeuwig zo voort zal gaan", schreef Marion Bloem dinsdag. "Maar de nachten wrijven ons onder de neus dat het einde onvermijdelijk nabij is."

Wolffers was in de jaren 70 een van de eersten die kritisch en toegankelijk schreven over artsen en de farmaceutische industrie. Hij moedigde zijn lezers aan zelf over hun gezondheid en hun kwalen na te denken.

Een kleine familie

Wolffers groeide op in Amersfoort, in "een kleine familie", zoals de titel luidt van zijn laatste boek, dat hij "in de wachtkamer van de dood" schreef. Zijn vader en opa waren Joden die over hun verleden zwegen. Pas toen Wolffers in 2006 met zijn zoon het Holocaustmonument in Berlijn bezocht, ontdekte hij dat bijna zeventig familieleden in de Tweede Wereldoorlog waren gedeporteerd en vermoord.

Wolffers was op de middelbare school 'lastig'. Hij deed acht jaar over de vijfjarige hbs doordat hij zich verzette tegen elke vorm van gezag. Daarna ging hij medicijnen studeren omdat hij dan niet in militaire dienst hoefde, maar hij besefte toen al dat zijn werkelijke passie het schrijven was.

Hij voelde afstand tot zijn medestudenten, die zich voorbereidden op de klassieke rol van de alwetende dokter. Met andere buitenstaanders zette hij in Utrecht een 'gezondheidswinkel' op, waar mensen werden gestimuleerd zelf met hun gezondheid aan de slag te gaan en kritische vragen te stellen aan hun artsen.

Onbereikbare schoonheid

Op 30 januari 1971, "de belangrijkste datum in mijn leven", liet hij zich in een discotheek in Amersfoort voorstellen aan de 18-jarige Marion Bloem, die hem een onbereikbare schoonheid leek. Zij viel echter voor hem, want, zo vertelde ze later: "Hij was de eerste jongen die niets probeerde. Hij bleef maar in mijn oor staan praten in de disco: dat hij een kritisch arts was. Ik vond het wel opwindend, die lippen tegen mijn oor. Ik dacht: dóe eens iets."

Nadat hij in 1975 was afgestudeerd, meldde hij bij de Volkskrant dat hij columns wilde schrijven over geneesmiddelen. Dat vond de redactie een goed idee: hij kreeg een dagelijkse column. Snel daarna stopte hij als huisarts. "Als huisarts bereik je één persoon", zei hij daarover. "Ik dacht: ik schrijf het op, dan bereik ik heel veel mensen." Hij werd 'de populairste huisarts van Nederland', zoals Vrij Nederland, waarvoor hij ook schreef, hem noemde.

Een groot succes werd zijn boek Medicijnen, waarvan meer dan een half miljoen exemplaren werden verkocht. In 1977 kwam het voor het eerst op de markt. Bij elke editie werd het dikker, tot het in 2006 een pil van meer dan duizend pagina's was geworden.

Het boek bevat naast feitelijke informatie ook anekdotes, bijvoorbeeld over de moeite die het kost artsen er tegen de druk van de farmaceutische industrie in van te overtuigen dat oudere en goedkopere middelen soms beter zijn.

Sneller dan God

Wolffers schreef veel meer, columns, artikelen, boeken, en niet alleen over medicijnen en ziekte en gezondheid. Tot zijn oeuvre behoren ook tien romans en enkele kinderboeken. Naar eigen zeggen schreef hij in zijn goede jaren met gemak 15.000 woorden per dag. Net als over de eveneens als arts opgeleide schrijver Simon Vestdijk werd daarom van hem gezegd dat hij sneller schreef dan God kan lezen.

In 1977 begon hij ook te reizen met zijn vrouw en hun toen 4-jarige zoontje. Ze bezochten een eindeloze reeks ontwikkelingslanden, in een tijd dat dat nog ongebruikelijk was. Ook daarover schreven ze.

Gestimuleerd door zijn belangstelling voor verre landen en de omgang van mensen met hun gezondheid, ging Wolffers antropologie studeren. In 1987 promoveerde hij met een proefschrift over de medische tradities in Sri Lanka. Twee jaar later werd hij buitengewoon hoogleraar 'Gezondheidszorg in ontwikkelingslanden'.

Prostaatkanker

Op 24 december 2002 werd bij hem uitgezaaide prostaatkanker vastgesteld. Hij kreeg te horen dat hij nog anderhalf jaar te leven had, al kon het ook meer worden als de behandeling aansloeg.

Hij vond het lastig om het zijn vrouw te vertellen. Zij herinnerde zich later dat ze nog in bed lag toen hij de slaapkamer binnenkwam en zei: "Lieverd, ik moet je iets vervelends vertellen, ik heb een beetje kanker." Om niet over zijn ziekte te hoeven praten, besloot hij erover te schrijven. Hij begon een blog waarin hij vertelde hoe het met hem ging en hoe hij de ziekte te lijf ging.

Wolffers ging zo gezond mogelijk leven. Hij werd vegetariër, at veel groenten, maakte elke dag een lange wandeling, nam altijd de trap en ging op tijd naar bed. Ook viel hij af, want in vet kan zich kanker nestelen. En hij schreef elke dag, om vat te krijgen op de ziekte. Het leidde ook weer tot boeken, zoals Het Dikke Afvalboek, Het gezonde lifestyleboek en Gezond, waarin hij alles vertelde wat hij wist over gezondheid.

Lust en seks

Hij en Marion schreven ook over de gevolgen van de ziekte voor hun seksleven. Hij had haar altijd "buitenissig aantrekkelijk" gevonden en raakte makkelijk "in vuur en vlam", maar door de hormoonkuur die hij moest volgen, verdween het lustgevoel en kreeg hij geen erectie meer.

"Testosteron geeft scherpte aan je bestaan", zei hij erover. "Zelfvertrouwen. Nóg een boek schrijven. Het laatste woord nemen. Verlegenheid overschreeuwen met machogedrag." Van de ene op de andere dag was dat weg. Voorheen een groot liefhebber van Ajax, keek hij zelfs geen voetbal meer.

Zwaard van Damocles

Na de kuur kwam de seksualiteit terug, een beetje. Hij hield plezier in het leven. Doordat hij ziek was leerde hij naar eigen zeggen beter te zien wat de essentie van het leven is en kreeg hij aandacht voor zaken waarvoor hij voorheen nooit veel oog had, zoals de schoonheid van de natuur.

Hij bleef langer leven dan voor mogelijk was gehouden en voelde zich "wereldkampioen prostaatkanker". Al bleef "het zwaard van Damocles" boven zijn hoofd hangen en miste hij de "horizon" van mensen die nog het gevoel hebben dat ze onsterfelijk zijn.

Uiteindelijk won de ziekte. Langzaam ging zijn conditie achteruit. Op een gegeven moment moest hij een elektrische fiets nemen om zijn vrouw bij te houden. Hij zou een heupoperatie moeten ondergaan, maar omdat daar uitzaaiingen zaten was dat niet mogelijk.

Twee jaar geleden kreeg hij te horen dat zijn medicijnen hun werk niet meer deden en dat hij moest overgaan op chemotherapie. Het leven werd kleiner en beperkter, tot het verdween.

Deel artikel:

Advertentie via Ster.nl