Politieagent of -persoon? Taalunie zoekt uitweg in gender-taalworsteling
Maartje Geels
redacteur Online
Maartje Geels
redacteur Online
Politieman, -vrouw, of gewoon agent? De Taalunie, die beleid ontwikkelt op het gebied van de Nederlandse taal, heeft adviezen en voorbeeldteksten online gezet over genderbewust taalgebruik. Wie een vacaturetekst wil opstellen of zich afvraagt wat de regels voor verwijswoorden voor non-binaire mensen nou eigenlijk zijn, kan op de website terecht. In de teksten staan concrete voorbeelden en achtergrondinformatie.
De Taalunie komt met de adviezen vanwege de toegenomen belangstelling voor taalgebruik waarin iedereen zich kan herkennen. Twee jaar geleden werd een werkgroep ingesteld van experts (taalkundigen en genderdeskundigen), om na te denken over zogenoemde genderbewuste taalconstructies. Taalwetenschapster Ingrid van Alphen was een van hen.
"We merkten dat er behoefte was in de taalgemeenschap in België en Nederland om de vragen rond taal en gender systematisch te beantwoorden, het liefst met wetenschappelijke kennis onderbouwd", zegt Van Alphen.
Overkoepelend, maar niet neutraal
Zij wijst erop dat genderbewust taalgebruik niet automatisch gelijkstaat aan genderneutraal taalgebruik. Van Alphen: "Neutraal taalgebruik bestaat niet." De Taalunie stelt dan ook 'genderoverkoepelend' taalgebruik voor. "Niet voor altijd en niet voor iedereen, maar wel voor specifieke personen of situaties", voegt Van Alphen eraan toe. "Niets moet, overigens."
Politieman (grammaticaal mannelijk) en politieagente (grammaticaal vrouwelijk) 'mogen' dus gewoon blijven. Maar ze kunnen aangevuld worden met bijvoorbeeld politiepersoon (genderoverkoepelend).
En wat te doen met personeelsadvertenties, als een bedrijf inclusief wil werven? Taalunie adviseert om zo breed mogelijk in te zetten. Bijvoorbeeld: "Wij zijn op zoek naar een ervaren lerares/leraar/leerkracht wiskunde."
Hen, hun of toch die?
Taalkundige Vivien Waszink schreef een boek over inclusief taalgebruik en verwelkomt de nieuwe adviezen. Ze analyseerde welke woorden er in het alledaags taalgebruik bij zijn gekomen en welke woorden uit de gratie zijn geraakt, zoals bijvoorbeeld 'homofiel' en 'allochtoon'. Genderbewust taalgebruik valt daar volgens haar ook onder.
Zodra taal niet meer toereikend is, is het volgens Waszink allereerst belangrijk om te onderzoeken of er behoefte is aan nieuwe woorden, of dat oude woorden een extra betekenis kunnen krijgen. Dat kan ingewikkeld zijn.
Een voorbeeld is het gebruik van 'hen' of 'hun', dat steeds vaker wordt ingezet om non-binaire personen mee aan te duiden. Maar velen vinden 'hen' of 'hun' verwarrend omdat die vormen oorspronkelijk voor het meervoud worden gebruikt. Als enkelvoud klinkt het lelijk, is een veelgehoord argument.
"Hen is een lastige", erkent Waszink. Zelf pleit ze voor 'die' als voornaamwoord, om naar een non-binair persoon mee te verwijzen. "Dat voelt begrijpelijker aan".
Dat is overigens in lijn met het advies van de Taalunie. Een voorbeeld: "Vanavond hebben we Aiden te gast. Die was jarenlang leerkracht Nederlands op een middelbare school en heeft onlangs diens eerste jeugdboek gepubliceerd". "Is het duidelijk om wie het gaat, gebruik dan het voornaamwoord dat die persoon zelf verkiest", vat het adviesorgaan het samen.
Xij en qij
Waszink ziet niet zoveel in het bedenken van een nieuwe term, zoals eerder in Zweden gebeurde. In 2015 werd daar 'hen' geïntroduceerd, een mix tussen de Zweedse woorden han (hij) en hon (zij). "Het schijnt daar goed te werken", zegt Waszink over 'hen', dat voor die tijd in het Zweeds niet bestond.
Voorbeelden van zo'n variant in het Nederlands zijn 'qij' of 'xij'. Waszink: "Voor mij heeft het iets gekunstelds. Ik denk ook niet dat ze snel zullen aanslaan, dat is vaak bij vrij bedachte woorden. Ze burgeren moeilijk in."
Volgens de taalwetenschapper is het een goede zaak dat de Taalunie benadrukt dat het om adviezen gaat. Zij beschouwt de adviezen als aanvulling op hoe we taal al dagelijks gebruiken.
"Het gaat vaak om woorden die we al kennen, die je op een extra manier gebruikt. Het zijn dus suggesties voor erbij", concludeert ze. Dat woorden in de loop der tijd op andere manieren gebruikt worden, hoort volgens Waszink bovendien bij natuurlijke taalverandering.
"Als je tegen mensen zegt 'zeg niet meer dit, maar doe dat', werkt dat over het algemeen niet. Maar het is wel goed dat mensen zich op deze manier bewuster worden van taalgebruik."