Veel meer meldingen van zeehonden verstrikt in afval
Het aantal zeehonden in Nederland dat in afval verstrikt is geraakt, is in elf jaar tijd verviervoudigd. Dat blijkt uit onderzoek van zeehondencentrum Pieterburen, A Seal, zeehondenopvang Ecomare en het Max Planck Instituut voor Psycholinguïstiek.
Wetenschappers hielden van 2010 tot 2020 de data bij van zeehonden die gewond raakten door plastic afval in zee. Sinds 2018 is er een sterke toename. Voor 2018 ging het om zo'n zeven zeehonden per jaar, in 2019 en 2020 werden er respectievelijk 38 en 37 verstrikt geraakte zeehonden geteld.
Bij verstrikking snijdt het afval in lichaamsdelen, zoals de nek of de flappen waarmee ze zwemmen. Daarbij kunnen ernstige verwondingen ontstaan. In 88 procent van de gevallen was het afval afkomstig uit de visserij.
Vooral grijze zeehonden worden slachtoffer, zegt dierenarts en hoofdonderzoeker Anna Salazar-Casals tegen Omrop Fryslân. "Die zijn nieuwsgieriger dan gewone zeehonden. Daardoor komen ze vaker in contact met vissers en raken ze ook vaker verstrikt."
70 procent geholpen
Voor de enorme toename van verstrikt geraakte zeehonden is geen verklaring gevonden. Een theorie van de onderzoekers is dat er meer afval in de zee is, waardoor meer zeehonden gewond raken. Maar het kan ook zo zijn dat er een groter publiek bewustzijn is en dat makkelijkere communicatie met de zeehondencentra zorgt voor meer meldingen, aldus Sander van Dijk van Pieterburen.
Het onderzoek toonde verder aan dat zo'n 70 procent van de zeehonden naar het opvangcentrum kan worden gebracht of ter plaatse kan worden geholpen. In 20 procent van de gevallen is het niet mogelijk om bij het dier te komen en in 10 procent van de gevallen is de zeehond al dood.
Komend weekend wordt een zeehond vrijgelaten die nog wel geholpen kon worden. Het dier met de naam Tefiti werd onlangs op Schiermonnikoog gevonden met ernstige verwondingen. "Het was een heel diepe wond, maar gelukkig was die niet ontstoken", vertelt Salazar-Casals.
Het zeehondencentrum roept iedereen op een steentje bij te dragen door de stranden op te ruimen. Want in lang niet alle gevallen loopt het goed af met de zeehond. En voorkomen is beter dan genezen.
"Maar tegelijk komt dit probleem niet door één of twee personen", zegt de hoofdonderzoeker. "Dit moet op hoger niveau aangepakt worden. Zonder regels of wetten kunnen we niet veel doen."