Aboriginal gemeenschap heeft oplossing voor natuurbranden wereldwijd
Een eeuwenoude traditie zou wel eens de oplossing kunnen zijn voor een hedendaags probleem: natuurbranden, die zich ook in Europa deze zomer weer op grote schaal voordoen. Door de hitte en droogte kan vuur zich in steeds meer natuurgebieden snel verspreiden. In Australië, waar dit probleem al jaren bestaat, vraagt de Aboriginal gemeenschap nu aandacht voor hun manier van bosbeheer.
Eeuwen geleden wisten zij grote branden al tegen te gaan door zelf kleinere branden te stichten. En nu grote delen van de Australische natuur elke zomer in vlammen opgaan, zou het toepassen van die traditie veel kunnen veranderen.
Volgens het Australische wetenschapsinstituut CSIRO leiden de droge struiken en gras, samen met het extreme weer, tot de hevige bosbranden. En door juist dat gras en die struiken gecontroleerd te laten afbranden, kan het ongecontroleerde vuur zich minder verspreiden. Een methode waar de Aboriginal gemeenschap al jarenlang aandacht voor vraagt.
Niet alleen in Australië wordt naar cultural burning gekeken om grote natuurbranden tegen te gaan. Ook in de Verenigde Staten kijken wetenschappers hoe de inheemse bevolking met bosbranden omging. Daar hadden ze een vergelijkbare methode.
Begin dit jaar werd in de VS een nieuwe wet aangenomen ten gunste van cultural burning. Mensen die gecontroleerd vuur als brandbestrijding gebruiken kunnen niet meer aansprakelijk worden gesteld voor de schade als de brand uit de hand loopt. Op die manier is de drempel een stuk lager geworden om de methode toe te passen.
In Europa wordt vuur soms met vuur bestreden, maar deze inheemse manier wordt nog niet breed ingezet.
Geen wondermiddel
Vuur met vuur bestrijden is echter niet in alle gevallen mogelijk of zelfs wenselijk. Het kan zelfs een averechts gevolg hebben, zegt ecoloog Saskia Grootemaat. "Het hangt af van het bostype of ecosysteem. De savanne in het noorden van Australië heeft een andere vlambaarheid dan de eucalyptusbossen in het zuidoosten van het land, of de loof- of dennenbossen van Europa", zegt ze.
Grootemaat is onderzoeker bij de universiteit van New South Wales en heeft jarenlange ervaring als brandweer- en bosbrandanalist bij de Australische brandweer. Ze zegt dat het soms beter is om het bos met rust te laten. "Met minder verstoring van mensen creëert het bos een dicht kronendak, waardoor er minder licht en wind de grond en onderlaag kan bereiken. Doordat er minder licht is groeien er minder struiken, maar wel schaduwminnende soorten zoals varens, die juist minder goed branden."
In gebieden waar vuur wél toegepast kan worden, vindt Grootemaat dat beter gekeken moet worden naar de traditionele manier van de aboriginalbevolking. "De westerse maatschappij is vervreemd geraakt van de natuur. Dat zie je ook bij de brandweer, waar beslissingen vanuit een kantoor worden genomen. Dus kunnen ze besluiten om hele grote stukken land in één keer af te branden. Dan kan er meer kapot gaan dan je lief is, en ook kunnen dieren niet ontsnappen", zegt ze. Toch is er maar weinig aandacht voor de kennis van de inheemse bevolking. "Traditioneel branden is echt een ondergeschoven kindje. Terwijl ik denk dat de kleinere branden zoals de Aboriginal gemeenschap het doet, een veel betere aanpak is."