NIOD: goed te vertellen dat Duitsers passagierstreinen voor Holocaust gebruikten
Het klassieke beeld van Jodentransporten uit Nederland moet worden bijgesteld, zegt oud-Westerbork-directeur Dirk Mulder. Het waren over het algemeen geen overvolle veewagons waar mensen werden ingestouwd, maar passagierstreinen met minder inzittenden dan tot nu toe werd aangenomen.
"Het grootste aantal mensen, zeker meer dan 60 procent, is met personenrijtuigen vervoerd", stelt Mulder in zijn boek Buitengewone transporten, dat morgen wordt gepresenteerd. Bovendien waren er per wagon circa 47 passagiers, niet de 55 tot 75 waar tot nu toe van uitgegaan werd. Waren er geen personenwagons, dan werden goederenwagons ingezet. "Veewagens zijn nooit gebruikt."
Het NIOD is niet verrast door die conclusie. Holocaust-onderzoeker en NIOD-medewerker Laurien Vastenhout zegt dat het bekend ws dat de Duitsers vooral passagierstreinen gebruikten, maar dat het goed is dat het precies in kaart wordt gebracht en ook dat het publieke beeld op dit punt wordt gecorrigeerd.
Vastenhout stelt dat het ook niets afdoet aan wat de slachtoffers van de Holocaust hebben doorstaan, iets wat ook Mulder zelf onderschrijft. Feit is dat de Joden naar de vernietigingskampen werden gebracht, en dat slechts 5000 van de 107.000 uit Nederland gedeporteerde Joden het hebben overleefd.
"De Duitsers zetten de passagierswagons ook niet in om het de Joden aangenamer te maken, maar omdat het in hun eigen belang was. Ze hadden de goederenwagons nodig voor de oorlog", aldus Vastenhout, die graag zou zien dat er nog meer onderzoek wordt gedaan, bijvoorbeeld ook naar het binnenlandse transport van Joden.
Volgens Vastenhout is het beeld dat Joden met veewagens naar de vernietigingskampen werden gebracht onder meer dominant geworden door films over de Holocaust, zoals Shoah van Claude Lanzmann, door monumenten en door het iconische beeld van het Sinti-meisje Settela Steinbach tussen de wagondeuren bij vertrek uit Westerbork. Ze vindt het belangrijk dat uitgezocht wordt hoe het precies gegaan is, en om de historische werkelijkheid recht te doen.
Buitengewone transporten
Mulder presenteert morgen, 80 jaar na het eerste transport uit Westerbork, zijn boek Buitengewone transporten. Hij gaat daarin alle 114 transporten uit Nederland langs, met name de 101 uit het Drentse doorvoerkamp. Het eerste dat daar vertrok, op 15 juli 1942, was inderdaad een goederenwagon. Maar personentreinen werden de norm.
Sterker nog, haalt Mulder een bevel van SS-functionaris Eichmann aan, personentreinen hadden de voorkeur bij de transporten. Goederentreinen waren voor militaire doelen nodig. "Het waren weliswaar verouderde derdeklasserijtuigen, maar het is toch een ander beeld dan die overvolle goederenwagon waar nauwelijks ruimte was om te bewegen."
Dat soort mensonterende transporten kwamen in het buitenland vaker voor, zeker aan het einde van de oorlog.
Het beeld dat de Joden in veewagons werden gestouwd werd ook volgens Mulder mede dominant door de film waarin het Sintimeisje Settela Steinbach te zien is. Het werd volgens Mulder bovendien bevestigd door twee veelgebruikte bronnen over het kamp, de indrukwekkende beschrijvingen van Philip Mechanicus en Etty Hillesum. Mechanicus heeft het bijvoorbeeld over een schurftige slang die met gevulde ransel wegschuifelt uit het kamp. Doordat er in de tijd dat zij in Westerbork zaten ongebruikelijk veel goederenwagons werden gebruikt, is dat "sterk vertekende" beeld gebleven.
"Zo ontstond bijvoorbeeld ook het idee dat er iedere dinsdag een transport vertrok, terwijl dat alleen maar voor die periode gold", vult Mulder aan. "In 1942 gingen er zelfs twee transporten per week. Het is dus heel erg afhankelijk over welke periode je het hebt."
Mulder denkt dat beelden van transporten gekleurd zijn door de kennis over het lot van de reizigers. Als bewijs van de nazi-misdaden in de kampen kregen ze volgens hem een lading die overstijgt wat er feitelijk te zien is.
Hij ziet bij het vertrek juist geen mensen in doodsangst, maar kalmte en een serene rust. "Het lijkt op een georganiseerde vakantiereis met de trein", luidt de eerste zin van zijn boek. "Van schrijnende beelden is beslist geen sprake."
"Als je goed naar die beelden kijkt, dan zie je daar heel rustig mensen aan komen lopen. Het is geen beeld van angstig kijkende mensen. Integendeel eigenlijk, er worden nog groeten uitgewisseld, handen worden geschud en ook als de trein vertrekt, dan zie je wuivende mensen."