Inspectie: onderzoek bij uithuisplaatsing kinderen gebeurt vaak onzorgvuldig
Het onderzoek dat wordt gedaan bij gedwongen uithuisplaatsingen, gebeurt vaak onzorgvuldig. Dat concludeert de Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd (IGJ), dat dossiers van tientallen uithuisplaatsingen onder de loep nam.
In alle zaken was het feitenonderzoek dat voorafgaand aan de uithuisplaatsing werd gedaan, niet op orde. Vorig jaar waren er 3301 van zulke uithuisplaatsingen.
Volgens de inspectie schort het op een aantal punten. Zo geeft jeugdzorg ouders onvoldoende mondelinge en schriftelijke onderbouwing over waarom een uithuisplaatsing nodig is. Veel ouders vinden dat er niet genoeg naar hen is geluisterd en dat onvoldoende de tijd is genomen hen te leren kennen, staat in het onderzoek. Ongeveer de helft van de ouders voelt zich niet serieus genomen of begrepen.
Versplinterd
De inspectiedienst stelt daarnaast vast dat de jeugdzorg te "versplinterd" is en ouders met te veel 'loketjes' te maken krijgen. Daardoor kunnen jeugdwerkers geen goede relatie opbouwen met het gezin, terwijl dit wel belangrijk is.
De inspectie adviseert jeugdbeschermingsorganisaties om medewerkers genoeg tijd te geven om 'hun' gezin te leren kennen. Ook moeten zij hun overwegingen en redenaties aan de ouders goed duidelijk maken. Verder vindt de inspectiedienst dat gezinnen over het algemeen beter geïnformeerd moeten worden over hun rechten en plichten en de klachtenprocedure. Wachtlijsten moeten daarnaast "met spoed" worden opgelost.
De inspectie onderzocht in totaal 45 uithuisplaatsingen die vorig jaar plaatsvonden over het hele land. Het gaat om dossiers van de Raad voor de Kinderbescherming en van gecertificeerde instellingen voor jeugdbescherming. Een gedwongen uithuisplaatsing kan op hun verzoek door de kinderrechter worden behandeld.
'Tekorten lopen steeds verder op'
Gisteren trokken instanties nog landelijk aan de bel. Volgens RTL Nieuws lukt het tien van de veertien jeugdbeschermingsorganisaties niet om kwetsbare kinderen binnen de wettelijke norm van vijf werkdagen te voorzien van een vaste jeugdbeschermer.
Staatssecretaris Van Ooijen heeft vorige maand aangekondigd dat hij flink wil hervormen in de jeugdzorg. "Om de zorg te verbeteren voor kinderen, jongeren en gezinnen die dat nodig hebben", zei hij toen. Van Ooijen wil onder meer de marktwerking terugdringen, excessieve winsten aanpakken en de groei van het aantal jeugdzorgaanbieders beteugelen.