Tjerk Vermaning met een deel van zijn vondsten
In samenwerking met
RTV Drenthe
NOS Nieuws

Amateurarcheoloog Vermaning pleegde 'grootste archeologische fraude ooit'

Bij leven omstreden, na zijn dood misschien nog wel meer. Uit nieuw onderzoek blijkt dat waarschijnlijk 1500 vondsten van de bekende Drentse amateurarcheoloog Tjerk Vermaning nep zijn geweest.

De onderzoekers spreken in hun boek Valsheid in gesteente over "de grootste archeologische fraude ooit", meldt RTV Drenthe.

Vermaning (1929-1987), van beroep rondreizend messenslijper, deed in 1965 zijn eerste vondst. Op een akker in Hoogersmilde vond hij bijzondere archeologische zaken uit de tijd van de mammoetjagers, volgens hem ten minste 50.000 jaar oud.

In de jaren daarna grossierde Vermaning in opzienbarende vondsten uit de steentijd zoals vuistbijlen, duizenden jaren oude stenen en andere artefacten. Hij verdiende geld door zijn vondsten aan te bieden aan musea. Ook kreeg hij subsidie van de provincie Drenthe.

Aangeklaagd voor oplichting

Maar al tijdens zijn leven ontstond twijfel over de vondsten. Vermaning werd in de jaren 70 aangeklaagd voor oplichting, maar in hoger beroep vrijgesproken. Antwoord op de vraag of zijn vondsten echt of vals waren was er tot nu toe niet.

Negen onderzoekers onder leiding van archeoloog Frans de Vries hebben 25 jaar lang onderzoek gedaan naar het werk van Vermaning, Ze pasten de nieuwste fotografietechnieken toe, deden chemisch en microscopisch onderzoek op vuurstenen en bezochten Vermanings vindplaatsen.

Hun conclusie: Vermaning maakte zelf werktuigen na en verzon vindplaatsen. Hij verspreidde stenen op Drentse en Friese akkers en stopte ze soms in de grond om wetenschappers die onderzoek deden te misleiden.

Brein achter Vermaning

De onderzoekers besteden ook veel aandacht aan de man die zij "het brein" achter Vermanings vervalsingen noemen: Ad Wouters (1917-2001). De voormalig priester uit Brabant groeide tegelijk met Vermaning uit tot autoriteit onder amateurarcheologen. In feite waren het compagnons die samen vervalsingen maakten. In 1975 wierp Wouters zich op als getuige bij de rechtszaak waarin Vermaning werd verdacht van oplichting.

In hun boek bespreken de onderzoekers elf vindplaatsen waar Wouters destijds bij betrokken was. Vaak bleek het te gaan om door hem zelf geclaimde ontdekkingen of plekken die hij had aangevuld met voorwerpen uit eigen voorraad.

Ook bekwaamde Wouters zich in het kunstmatig verouderen van nieuw gemaakte artefacten, stellen ze. "Hij gaf deze vers geslagen stukken een polijstbehandeling, zodat het net leek alsof ze natuurlijke glans vertoonden. Bijzonder geraffineerd gedaan en alleen met een microscoop te ontmaskeren."

Advertentie via Ster.nl