Surinaamse minister teruggefloten om plan voor ambassade in Jeruzalem
Het omstreden plan van Suriname een ambassade te openen in Jeruzalem staat op losse schroeven. Tijdens een tumultueuze parlementsvergadering is forse kritiek geuit. Vicepresident Brunswijk zei dat er nog geen regeringsbesluit is, terwijl minister van Buitenlandse Zaken Ramdin het voornemen gisteren als een voldongen feit presenteerde.
Volgens persbureau ANP ziet de Surinaamse regering zelfs af van het openen van een ambassade in de Israëlische stad. "Ik zal op korte termijn met tekst en uitleg komen", zegt minister Ramdin in een reactie aan de NOS. Hij laat in het midden wat de status van het plan is.
Een partijgenoot van Ramdin dreigde vandaag uit fractie VHP te stappen als er daadwerkelijk een ambassade wordt geopend in Jeruzalem. Ook door de Surinaamse Islamitische Vereniging is verontwaardigd gereageerd, die vraagt de regering het voornemen "in ernstige heroverweging te nemen". Zo'n 20 procent van de Surinaamse bevolking is moslim.
VHP-parlementslid Barkat Mohab-Ali stelt volgens nieuwssite Starnieuws dat zijn telefoon "op springen staat". In de parlementsvergadering maakte hij duidelijk dat hij zich niet meer thuis zou voelen in de fractie als het plan doorgaat.
Voorzitter van het parlement Marinus Bee (ABOP) kreeg applaus toen hij zei: "We willen niet dat er een ambassade komt in Jeruzalem. We weten wat de consequenties zijn." Vicepresident Brunswijk, eveneens ABOP-lid, bracht de gemoederen tot bedaren door te zeggen dat het plan niet rond is. Suriname houdt wel degelijk rekening met de gevoelens van diverse religieuze groepen, zei hij volgens Starnieuws.
Zodra Ramdin terug is in Suriname wordt er duidelijkheid verwacht. De minister maakte het omstreden ambassadeplan bekend op staatsbezoek in Israël. "We willen de functionele, technische en commerciële samenwerking met Israël versterken. Er moet niet emotioneel op gereageerd worden, we moeten nuchter blijven", zei Ramdin toen.