Van der Poel vinkt Giro af en slaat NK op de weg over: 'Rusten en dan hoogtestage'
Mathieu van der Poel zal eind juni niet meedoen aan het NK wielrennen op de weg. Dat heeft de Nederlands kampioen van 2018 en 2020 na de afsluitende tijdrit van de Giro d'Italia gezegd.
"Ik ga nu een paar dagen rusten, dan kan ik verder gaan werken richting de Tour de France. Ik blijf nu een paar dagen van de fiets en dan ga ik in Livigno op hoogtestage voor de Tour." Op de vraag of hij het NK rijdt, antwoordt Van der Poel "normaal gezien niet".
De NK op de weg worden net als de afgelopen twee jaar rond de VAM-berg in het Drentse Wijster gereden.
'Niet de beste tijdrit ooit'
Van der Poel sloot in Verona zijn eerste Ronde van Italië af met een derde plaats in de tijdrit. "Het was misschien niet mijn beste tijdrit ooit, maar het was wel gewoon goed, denk ik. Ik wist sowieso dat het moeilijk zou worden met die klim, maar ik heb gedaan wat ik kon."
Van der Poel werd vooraf tot de grootste kanshebbers voor de dagzege gerekend, maar moest veertig seconden toegeven op de ongenaakbare Italiaanse kampioen Matteo Sobrero. De kopman van Alpecin-Fenix werd in de daguitslag omgeven door landgenoten: Thymen Arensman werd tweede, Bauke Mollema vierde.
'Dit was het hoogst haalbare'
De 22-jarige Arensman kon kort na de finish nog niet echt genieten van zijn uitstekende klassering. "Ik wilde graag winnen om het team iets terug te geven voor de grote ronde die we hebben gereden."
"We gingen erin met Romain Bardet om voor een klassement te gaan, het is heel jammer dat hij ziek werd. Maar ik wilde het team heel graag wat teruggeven voor de manier waarop iedereen daarmee is omgegaan. Natuurlijk wil je liever winnen, maar ik mag tevreden zijn. Ik hoop dat het team ook blij is met deze tweede plek, ik heb mijn best gedaan en denk dat dit het hoogst haalbare was."
Zaterdag kwam Arensman tot zijn eigen ongenoegen in de kopgroep terecht. Hij vreesde dat zijn inspanningen in de bergetappe door de Dolomieten hem kansloos maakten voor de ritzege in de tijdrit. Maar Sobrero was hoe dan ook te sterk, zegt de 22-jarige DSM-renner.
"Als het nou een paar seconden waren, wie weet... Maar Sobrero was echt een stuk sterker, 22 seconden is veel. Het maakte niet het verschil voor de overwinning."
Arensman is net niet de beste Nederlander, die eer valt Wilco Kelderman op de zeventiende plaats ten deel. Maar Arensman bewijst andermaal dat hij de komende jaren mee kan doen om de topklasseringen in de grote wielerrondes.
In de toekomst kan ik misschien zelf voor de toptien of het podium vechten.
"Ik denk dat ik weer een klein beetje sterker ben geworden, maar het was vooral een heel leerzame grote ronde. Ik kon leren van Romain wat er voor nodig is om een klassement te rijden, om ook in de vlakke etappes heel attent te rijden en geen tijd te verliezen."
"Ook van de manier waarop hij met teamgenoten omgaat en ze aanstuurt heb ik veel geleerd. Hopelijk ben ik weer een beetje dichter bij de wereldtop gekomen en kan ik in de toekomst zelf voor de toptien of het podium vechten. Ik hoop dat dat in mijn lichaam zit en dat ik daar naartoe kan groeien."