Taakverdeling man en vrouw thuis weer hetzelfde als voor corona
Aan het begin van de coronacrisis deden vaders even ietsje meer dan voorheen aan het huishouden en de zorg voor de kinderen, maar inmiddels is de taakverdeling weer terug bij af. Dat concluderen drie sociologen van de Universiteit Utrecht na onderzoek onder 1084 ouders uit 890 gezinnen.
De ongelijkheid tussen mannen en vrouwen is niet verkleind of vergroot sinds de coronapandemie, maar hetzelfde gebleven, zegt onderzoekster Mara Yerkes.
De eerste meting was in april 2020, kort na het begin van de coronacrisis. Toen zei 22 procent van de vaders meer zorgtaken te doen dan voor corona. 17 procent van de vaders deed meer in het huishouden dan voor de crisis.
Ander ritme
"Tijdens de eerste lockdown moesten ouders snel schakelen en wennen aan een nieuwe situatie", aldus Yerkes bij RTV Utrecht. "Vaders werkten ook vaker thuis en kwamen hierdoor in een ander ritme." De verdeling van taken werd ook beïnvloed doordat meer moeders dan vaders een cruciaal beroep hebben, waardoor mannen in de lockdown vaker alleen thuis bleven met de kinderen.
Daarnaast pasten moeders uit deze groep vaker hun werkdagen aan waardoor ze minder vrije tijd hadden dan voor de coronacrisis.
Tijdelijke verschuiving
Maar de verschuiving bleek tijdelijk. Al in juni 2020, een paar maanden na de eerste meting, daalde het aantal vaders dat meer in het huishouden deed dan voorheen. In september 2020 was het ook voorbij met de extra zorgtaken.
De ongelijkheid tussen mannen en vrouwen is dus niet verdwenen, maar ouders zelf lijken dat niet erg te vinden. Ze zeiden tegen de onderzoekers 'redelijk tevreden' te zijn met de verdeling. Hoewel de coronacrisis min of meer voorbij is, is het werk van Yerkes en haar collega-onderzoekers nog niet klaar. In een eindmeting zijn opnieuw dezelfde vragen aan de vaders en moeders voorgelegd. De resultaten daarvan worden later dit jaar gepubliceerd. Grote verschuivingen verwacht Yerkes niet.