Hogere rente voor leningen is nieuwe tegenvaller voor het kabinet
De stijgende rente is een tegenvaller voor de schatkist. Het ministerie van Financiën houdt rekening met zo'n 5 miljard euro in deze kabinetsperiode en zal in augustus gaan kijken hoe dit moet worden opgelost.
In een bijlage bij de Voorjaarsnota, die afgelopen vrijdag naar buiten kwam, zegt het ministerie in 2023 naar verwachting 860 miljoen euro meer kwijt te zijn aan rente-uitgaven.
De strop loopt daarna verder op tot 1,6 miljard in 2024 en 2,3 miljard in 2025. En ook in de jaren daarna zullen de rentelasten verder stijgen. In 2027 wordt gerekend op een tegenvaller van 3,8 miljard euro.
"De naar verwachting hogere rentestand zal tot budgettaire problematiek leiden", waarschuwen ambtenaren in stukken die met de Voorjaarsnota mee zijn gestuurd naar de Tweede Kamer.
De tijd van 'gratis geld' lijkt voorbij, schrijft het AD, dat op de bijlage stuitte. De krant stelt dat het kabinet in augustus, in aanloop naar Prinsjesdag, zal moeten besluiten om investeringen te schrappen, te bezuinigen of om het begrotingstekort verder te laten oplopen.
Rente juist heel laag
Het kabinet heeft de afgelopen tijd veel geld geleend, omdat de rentestanden juist uitzonderlijk laag waren. Het gaat onder meer om zo'n 80 miljard euro voor die grote fondsen: voor klimaat (35 miljard), stikstof (25 miljard) en investeringen in onder meer infrastructuur, onderzoek en innovatie (20 miljard).
In de Voorjaarsnota is besloten dat ruim 2 miljard euro van dit geleende bedrag aan andere dingen wordt uitgegeven.
De stijging van de rente gaat veel sneller dan het Centraal Planbureau (CPB) in maart nog voorspelde. Dat komt onder meer door de inflatie.