Een screenshot uit een van de video's van The New York Times
NOS Nieuws

Nieuwe beelden uit Boetsja van belang voor onderzoek en strafvervolging

  • Fiorella Opromolla

    redacteur Buitenland

  • Fiorella Opromolla

    redacteur Buitenland

De beelden van gedode burgers in de straten van Boetsja, nabij de Oekraïense hoofdstad Kiev, brachten begin april wereldwijd een schok teweeg. Al snel rees het vermoeden dat terugtrekkende Russische soldaten willekeurig burgers hadden doodgeschoten. Langzamerhand komen er steeds meer verhalen over de toedracht boven water. Zo publiceerde The New York Times vandaag beelden die volgens de krant laten zien dat Russische militairen betrokken waren bij executies. Wat betekent die informatie voor onderzoek naar en strafzaken over oorlogsmisdaden?

Eerst even naar de beelden. New York Times-verslaggevers die een aantal weken doorbrachten in Boetsja, kregen beelden van bewakingscamera's en ooggetuigen in handen. Daarop is te zien dat twee Russische militairen negen Oekraïense mannen door de straat dirigeren en dat dezelfde mannen naar een binnenplaats worden gebracht. Ooggetuigen vertelden dat de mannen vervolgens bij een Russisch hoofdkwartier werden doodgeschoten.

Bekijk hier de beelden:

Groep geëxecuteerde mannen in Boetsja te zien op beeld

Die beelden zijn van 4 maart; op dronebeelden van een dag later zijn de levenloze lichamen van acht mannen te zien bij het hoofdkwartier. De negende Oekraïner overleefde het. "Ik werd neergeschoten en viel. De kogel kwam in mijn zij terecht", vertelt hij aan de journalisten. "Ik deed alsof ik dood was. Ik bewoog niet en ademde niet." Toen hij na een kwartier geen stemmen meer hoorde, rende hij weg.

Belang van beeldmateriaal

"Deze beelden zijn heel belangrijk in het aanzetten tot vervolging en het verhogen van de publieke druk om in te grijpen", zegt Alette Smeulers, hoogleraar strafrecht en criminologie van internationale misdrijven aan Rijksuniversiteit Groningen. "De beelden suggereren dat de omstandigheden sowieso illegitiem waren om te schieten. Bij gevechten mag er wel over en weer worden geschoten en daar kunnen doden bij vallen. Maar op burgers mag je niet schieten, zeker niet als ze niet vechten."

Volgens Sergey Vasiliev, universitair docent internationaal strafrecht aan de Universiteit van Amsterdam, kunnen de beelden een bijdrage leveren aan de onderzoeken naar oorlogsmisdaden in Oekraïne. "Die worden momenteel uitgevoerd door zowel de Oekraïense autoriteiten (met hulp van experts uit andere landen, red.), als door het onderzoeksteam van het Internationaal Strafhof."

Zowel Smeulers als Vasiliev zegt dat de beelden inzicht geven in wat er is gebeurd in de voorstad van Kiev. De opnames zijn niet alleen nuttig om slachtoffers te identificeren, zoals de krant deed, maar kunnen ook helpen bij het vinden van mogelijke daders. "Ik vermoed dat het beeldmateriaal dat makkelijker maakt, aangezien er een paar stilstaande beelden zijn van mogelijk betrokken militairen. Dat zal waarschijnlijk onderdeel worden van strafdossiers in zaken over oorlogsmisdaden en misdrijven tegen de menselijkheid in Boetsja", zegt Vasiliev.

Of de beelden en getuigenverklaringen van The New York Times daadwerkelijk als bewijs worden opgenomen in strafzaken, kan Vasiliev niet met zekerheid zeggen. "Dat hangt af van rechterlijke beslissingen over zowel de toelaatbaarheid als de bewijswaarde, ook in het licht van het al bestaande bewijs en bewijs dat de komende periode nog zal worden verzameld. Zo is het van belang dat de rechters de authenticiteit en betrouwbaarheid van de beelden kunnen verifiëren."

Dat laatste benoemt Smeulers ook. "Beelden kunnen gemanipuleerd zijn, bijvoorbeeld om de schuld bij de ander te leggen. Daarom zijn ooggetuigenverklaringen ook zo essentieel. Die mensen kunnen bevestigen wanneer en wat er gebeurde. In het geval van The New York Times is de combinatie van de verklaringen en de beelden heel sterk."

Volgens Smeulers lijken de beelden te bevestigen dat er sprake is van oorlogsmisdaden. Vasiliev noemt het plausibel: "de beelden tonen niet definitief en volledig aan dat het oorlogsmisdaden zijn. Maar ze kunnen in een toekomstige strafzaak wel de ontbrekende stukjes zijn van de bewijsrechtelijke puzzel."

Deel artikel:

Advertentie via Ster.nl