Oekraïne ziet in Picasso's Guernica actueel symbool van burgerleed
Rop Zoutberg
correspondent Spanje
Rop Zoutberg
correspondent Spanje
De oorlog in Oekraïne werpt een actueel licht op Pablo Picasso's beroemde schilderij Guernica. Het werk toont de gevolgen van het bombardement op het stadje Gernika in Spaans Baskenland, dat vandaag precies 85 jaar geleden plaatsvond. De Oekraïense president Zelensky refereerde aan het werk in zijn toespraken: "Marioepol is het Guernica van de 21ste eeuw."
Met een plechtigheid in Gernika, zoals de plaats in het Basks heet, werd vandaag het bombardement van 1937 herdacht. De aanval vond plaats tijdens de Spaanse burgeroorlog; Duitse en Italiaanse vliegtuigen bestookten het stadje urenlang. Hitler en de Italiaanse fascistische leider Mussolini steunden de opstandige Spaanse generaals in de burgeroorlog en voerden in Guernica het eerste bombardement op een burgerbevolking in Europa uit. Daarbij werden mogelijk 2000 inwoners gedood.
"Stel je voor hoe het voor de Europeanen zou zijn om wekenlang in kelders te overleven. Het is april 2022. Maar het lijkt april 1937 in Gernika", zei de Oekraïense president Zelensky over de luchtaanvallen in zijn land. Het Oekraïense ministerie van Defensie zette Picasso's schilderij op de eigen Facebookpagina, en er waren vandaag Oekraïense diplomaten bij de herdenkingen in Baskenland.
Burgers zijn slachtoffer
"Uiteraard zijn er grote verschillen tussen de oorlog die Rusland voert en de Spaanse burgeroorlog", zegt historicus Rob Hartmans. Hij publiceert vandaag een boek over de geschiedenis van de Guernica. "Wat we nu meemaken, is een agressie-oorlog om een land te annexeren. Wat hetzelfde is: hoe in elke oorlog burgers het slachtoffer worden. Dat is nu niet anders."
Hartmans: "De Guernica schreeuwt in stilte. Je wordt overweldigd door het tumult. Je ziet opengesperde monden, een paard in doodsnood. Het geluid is er niet. Maar je snapt het - het is een heel intense ervaring. Je ziet geen soldaten, maar een wanhopige vrouw met een dood kind. Dat is de andere kant van de oorlog. De mensen die nu in Marioepol verschrikkingen meemaken, zullen aanvoelen dat dit schilderij óók over hen gaat."
Pablo Picasso maakte zijn wereldberoemde werk in korte tijd. Hij kreeg de opdracht van de republikeinse regering, die het schilderij in 1937 ophing in het Spaanse paviljoen van de wereldtentoonstelling in Parijs. In de daaropvolgende decennia reisde het werk over de hele wereld. Pas na de dood van dictator Franco (1975) was het werk voor het eerst - zwaar bewaakt - in 1981 in Spanje te zien.
Wie het schilderij vandaag de dag in Madrid wil zien, moet dringen tussen honderden andere bezoekers. Het eerste wat opvalt, is het enorme formaat, 3,5 bij 8 meter. Daarna zie je het gebrek aan kleur. De Guernica is zwart-wit, net als de foto's die Picasso zag van de gigantische verwoesting en ontreddering in de gebombardeerde stad.
"De Guernica krijgt door de oorlog die we nu meemaken een enorme extra lading. Het schilderij is niet alleen een interessant kunsthistorisch object. Het leeft en de Oekraïners gebruiken dat", zegt historicus Hartmans. "De Spaanse burgeroorlog was in de ogen van veel mensen de strijd van zwart tegen wit. Van fout tegen goed. Dat geldt nu ook. Maar de Guernica heeft ook een enorme propagandistische waarde. Die weten de Oekraïners te gebruiken. Dat bedoel ik niet negatief, dat doen ze behoorlijk veel beter dan de Russen."
Een al wat oudere Italiaanse toerist haalt zijn schouders op, op de trappen voor het museum. "Na Gernika zijn er nog zo veel oorlogen geweest. Zo veel bombardementen die een schilderij zouden verdienen. Het lijkt erop dat de tijd ons niets geleerd heeft. Dezelfde fouten worden steeds opnieuw gemaakt. Omdat er voortdurend mensen met een zieke geest opstaan."
Achter de Italiaan is de winkel van het museum. De aanklacht van Picasso tegen de waanzin van oorlog wordt er verkocht als legpuzzel, koelkastmagneet en T-shirt. Alsof het allemaal gisteren is geschilderd.