Meer dan helft van Nederlandse hockeysters ervoer prestatiecultuur als negatief
Meer dan de helft van de hockeysters van het Nederlandse team heeft de prestatiecultuur bij de Nederlandse hockeybond als negatief tot zeer negatief ervaren. Dat blijkt uit een onafhankelijk onderzoek dat de KNHB liet uitvoeren naar de veiligheid van het sportklimaat binnen de nationale ploeg.
Na de Olympische Spelen in Tokio, waar de Nederlandse ploeg het goud veroverde, kwam tijdens de evaluatiegesprekken met speelsters naar voren dat niet alle betrokkenen een goed gevoel hadden bij het klimaat waarin zij hadden gepresteerd.
Diverse internationals maakten melding van voor hen ongewenst gedrag en een angstcultuur binnen de nationale vrouwenploeg. In januari werd bondscoach Alyson Annan daarom per direct ontslagen.
Onveilige situatie
Uit het onderzoek blijkt nu dat speelsters die negatieve ervaringen hebben drie belangrijke oorzaken noemen: een sterke hiërarchie in de spelersgroep, waardoor het moeilijk is om open te zijn en jezelf te kunnen zijn. Ten tweede negatieve ervaringen met de bondscoach en als laatste een systeem waardoor de onveilige situatie ook niet werd opgemerkt.
"Dat betekent bij een gemiddelde speelster in het team: je zit ergens mee, maar je maakt dat niet kenbaar", vertelt NOS-hockeycommentator Philip Kooke. "Zelfs niet als daar om wordt gevraagd. Speelsters voelen zich geremd ten opzichte van de bondscoach en toonaangevende speelsters om te zeggen wat ze dwars zit."
KNHB neemt aanbevelingen over
De hockeybond heeft uit privacyredenen niet het hele onderzoek openbaar gemaakt, hoewel ervaringen van de geïnterviewden anoniem zijn. In een eerste reactie erkent de KNHB de uitkomsten en signalen van het onderzoek.
Ook concludeert de hockeybond dat het prestatieklimaat niet veilig genoeg is geweest en neemt het de vijftien aanbevelingen van het onderzoeksbureau over. De KNHB wil er in de toekomst voor zorgen dat herhaling van de ontstane situatie wordt voorkomen.