Van energieboxen tot extra geld: zo gaan grote gemeenten om met energiearmoede
Het is in de aanloop naar de gemeenteraadsverkiezingen één van de belangrijkste thema's: de stijgende energieprijzen brengen vooral mensen met lage inkomens soms in grote problemen. Gemeentes krijgen in totaal tot 350 miljoen euro van het Rijk om hun inwoners daarbij te helpen. Deels met geld, deels met bijvoorbeeld isolatiemaatregelen. Maar duidelijk is wel dat dit niet voldoende is.
Het bedrag staat ook nog niet op de rekening van gemeentes. Wel besluiten steeds meer gemeenten om zelf minima alvast te compenseren. Zij willen niet meer wachten op de uitwerking van de landelijke regeling, die eind vorig jaar werd aangekondigd.
Zo maakt Tilburg half maart alvast 200 euro over naar alle 5700 bijstandsgerechtigden. "We horen in onze gemeente steeds meer geluiden van mensen die de rekening niet meer kunnen betalen en wachten nu al zo lang", zegt wethouder Esmah Lahlah. "Daarom hebben we nu besloten om het alvast over te maken naar deze groep, omdat we zeker weten dat zij er recht op hebben."
Ook onder meer Amsterdam, Den Haag, Rotterdam, Breda en Nijmegen zijn van plan om bijstandsgerechtigden deze of volgende maand al 200 euro over te maken. Op een later moment krijgen andere huishoudens, die net boven het sociaal minimum zitten, dat bedrag ook op hun rekening.
Waar 200 miljoen euro specifiek bedoeld zijn om lage inkomens te ondersteunen, mogen gemeentes voor de overige 150 miljoen euro zelf bepalen waaraan ze het uitgeven. Zij stoppen dat vaak in lopende projecten, en daar zie je dan ook grote verschillen tussen wat gemeentes doen.
Zo geeft Rotterdam - naast de compensatie van 200 euro - aan 32.000 huishoudens een zogeheten energiebox. Daarin zitten bijvoorbeeld tochtstrips, ledlampen en en een waterbesparende douchekop.
Andere gemeentes besluiten juist om hun inwoners nog een extra bedrag te geven. Eindhoven betaalt minima een extra compensatie uit van 180 euro en geeft hen ook nog eens een energievoucher van 70 euro.
Inwoners van Den Haag met een inkomen tot 130 procent van het minimumloon krijgen 100 euro extra. Dat betaalt de gemeente deels met het geld dat uit de Tonk-regeling is overgebleven, een pot die is bedoeld voor mensen die door de coronacrisis bijvoorbeeld hun woonlasten niet kunnen betalen.
Bewoners die bekend zijn bij de gemeente, bijvoorbeeld door hun uitkering, ontvangen dit bedrag vanaf 15 april. Inwoners die niet al gebruikmaken van een bestaande armoederegeling, zullen zelf een aanvraag moeten doen bij de gemeente. Dat kan vanaf mei.
Druppel op gloeiende plaat
Over één ding zijn de gemeentes het eens: de compensatiemaatregelen zijn een druppel op een gloeiende plaat. Want de energierekening is al hoog en die zal naar verwachting alleen maar verder stijgen.
Gemeentes kunnen via de bijzondere bijstand inwoners nog helpen, door tijdelijk de hoge energierekening te betalen. Maar dit kan vaak slechts voor een paar maanden, omdat dit potje anders ook snel leeg is. De bewegingsruimte van gemeenten is verder klein.
"Het gaat om grote groepen huishoudens die extra compensatie nodig hebben, maar gemeenten hebben zo veel geld echt niet op de plank liggen", zegt Maarten Allers, hoogleraar economie van decentrale overheden aan de Rijksuniversiteit Groningen. "Gemeenten zitten al krap bij kas."
Volgens hem hebben gemeenten maar een paar opties. "De lokale belastingen zouden fors omhoog moeten, of gemeenten zouden het weg moeten halen bij andere voorzieningen. Dat kan misschien als het om iets tijdelijks gaat. Maar als het lang duurt, moet dat geld toch echt van de rijksoverheid komen."
Minister Van Gennip van Sociale Zaken herhaalde gisteren dat het kabinet bezig is met een plan om de koopkracht te verbeteren. Hoe dat er precies uitziet is nog onduidelijk.