Lammetjes in de wei bij Katwijk
NOS Nieuws

Eerste tien dagen maart leveren recordhoeveelheid zon op

Het contrast kan bijna niet groter. Waar februari werd gekenmerkt door liefst drie stormen en een bovengemiddelde hoeveelheid regenval, is maart begonnen met veel zon en blauwe luchten. De eerste tien dagen van de maand leveren zelfs een recordaantal uren zon op.

In maart 1976 scheen er in de eerste tien dagen 72,4 uur zon, nu zal het uitkomen op zeker 85 uur. Het is nog niet te zeggen of er voor de hele maand ook een zonrecord gevestigd zal worden, al zijn de voortekenen niet ongunstig. Nederland blijft naar verwachting deze maand onder invloed staan van hogedrukgebieden. Voor een record zijn er meer dan 208 zonuren nodig, gemeten over de hele maand.

Het aantal zonuren wordt gemeten aan de hand van de vijf hoofdstations van het KNMI: De Bilt, Vlissingen, Den Helder, Maastricht en Eelde. Daar wordt een gemiddelde van genomen.

Regen mogelijk vanaf het weekend

De hoeveelheid zonuren in combinatie met droogte is opmerkelijk, zegt weerman Marco Verhoef: "In april en mei heb je ook wel eens zo'n periode, maar dan staat de zon hoger waardoor je meer zonuren hebt. Het is toeval dat de omstandigheden nu precies goed zijn, met een hogedrukgebied en weinig vocht in de lucht."

Op korte termijn is het waarschijnlijk gedaan met de strakblauwe luchten. Een lagedrukgebied dat nu boven Groot-Brittannië hangt komt onze kant op. Vanaf morgenmiddag zal het steeds bewolkter worden en zaterdag en zondag kan er wat regen vallen.

De hoeveelheid neerslag zal meevallen omdat er nog altijd een krachtig hogedrukgebied ligt boven Zuid-Scandinavië. Dat schuift echter wel op richting de Baltische staten.

Ondanks de hoeveelheid zon is maart tot nu toe niet bovengemiddeld warm. Op veel plekken is het gemiddeld zelfs kouder door lichte tot matige vorst.

Vorst blijft steeds langer mogelijk

Door klimaatverandering wordt het gemiddeld warmer, maar de laatste vorst is vanaf de eeuwwisseling steeds later waargenomen, constateert het KNMI. Daardoor is ook de kans op schade aan gewassen toegenomen.

Dat zit zo: planten komen uit hun winterslaap als de temperaturen na de winter weer stijgen. Dan begint het groeiseizoen. Het KNMI definieert de start van het groeiseizoen als het moment waarop de gemiddelde temperatuur over 24 uur gemeten boven de 5 graden uitkomt en niet meer daaronder komt.

Dat moment komt steeds vroeger in het jaar en dat komt vooral doordat de maximumtemperaturen hoger worden. Maar de minimumtemperaturen veranderen nauwelijks. Sterker nog: vorst blijft langer mogelijk dan vroeger. Daarmee is periode waarin het groeiseizoen en het vorstseizoen elkaar overlappen groter geworden.

Begin deze eeuw was er gemiddeld vijf dagen kans op gewasschade door vorst. Inmiddels is dat toegenomen tot vijftien dagen.

Nederlanders genieten van het weer:

Deel artikel:

Advertentie via Ster.nl