'Strengere regels nodig om onvervangbare kunst in Nederland te houden'
Het moet lastiger worden om een kunstwerk van nationaal belang te exporteren. Commissie Collectie Nederland vindt dat er een nationaal uitvoervergunningensysteem moet komen, om te voorkomen dat belangrijke kunstwerk naar het buitenland verdwijnen, bijvoorbeeld via een veiling.
De commissie, onder leiding van voorzitter Sybrand van Haersma Buma, werd vorig jaar ingesteld door de Raad voor Cultuur om mee te denken over het behoud van Nederlands erfgoed. Buma bood vanochtend aan staatssecretaris Gunay Uslu van Cultuur en Media zijn eindrapport aan.
Koninklijke kunst
Aanleiding voor het rapport is de verontwaardiging die ontstond toen in 2019 een tekening van kunstenaar Peter Paul Rubens uit 1608 werd aangeboden op een veiling. Het bleek dat het in bezit was van prinses Christina, de jongste zus van prinses Beatrix. De tekening werd uiteindelijk verkocht voor 6 miljoen euro aan een onbekende koper.
Nederlandse musea noemden de gang van zaken, anoniem, "ronduit schandalig". Ze vonden dat de prinses misschien niet formeel, maar wel moreel de verplichting had het werk eerst aan Nederlandse musea aan te bieden. Juridisch was er echter geen mogelijkheid om de verkoop door een particulier tegen te houden.
Momenteel geldt dat alleen voor 161 objecten en verzamelingen toestemming van de minister nodig is voor uitvoer. Het gaat dan om vermeldingen uit het register Beschermde Cultuurgoederen, zoals enkele werken van Rembrandt, zes draaiorgels en een reliekhamer van Sint-Maarten.
'Onvervangbaar en onmisbaar'
Het geadviseerde uitvoervergunningsysteem geldt alleen voor cultuurgoederen boven een bepaalde ouderdom en financiële waarde. Zo pleit de commissie voor een limiet van 750.000 euro voor moderne kunst. Voor andere categorieën als schilderijen, foto's en oudheidkundige voorwerpen zouden marktconforme afspraken moeten worden gemaakt.
Een onafhankelijke adviescommissie moet aan de hand in de Erfgoedwet vastgelegde criteria beoordelen of een kunstwerk voor Nederland "onvervangbaar en onmisbaar" is. Als dat het geval is, moeten binnenlandse kopers maximaal een jaar de kans krijgen om fondsen te werven voor aankoop.
Aangekocht door de overheid
Als dat mislukt, moet de overheid zelf de beurs trekken. Daarbij moet een onafhankelijke taxatie of desnoods de rechter de prijs van het object bepalen. Pas als het ook de Staat niet lukt het voorwerp aan te kopen, kan het cultuurgoed wel worden uitgevoerd.
De commissie raadt daarom ook aan het Museaal Aankoopfonds aan te vullen tot 100 miljoen. Daarnaast moeten er fiscale maatregelen komen die de geefcultuur in Nederland kunnen stimuleren.
Als de vergunning wordt verleend, kan het cultuurgoed worden uitgevoerd. Het wordt dan ook mogelijk om een paspoort voor cultuurgoederen aan te vragen. Hiermee kan het cultuurgoed tien jaar binnen de EU reizen en eventueel verhandeld worden.