NOS Schaatsen

Nederlands podium op de 1.000 meter? 'Gezien voorseizoen zeker mogelijk'

Als Kjeld Nuis, de regerend olympisch kampioen op de afstand, zich niet plaatst, zegt het veel over de moordende concurrentie. Nederland is sterk vertegenwoordigd op de 1.000 meter in Peking. Kai Verbij, Thomas Krol en Hein Otterspeer moeten vrijdagochtend voor medailles gaan zorgen.

"Gezien het voorseizoen is een compleet Nederlands podium zeker mogelijk", zegt Verbij een dag voor de race. "Maar op de Spelen zijn er altijd wel weer schaatsers die het iets serieuzer nemen dan bij andere wedstrijden. Het zal lastig worden, maar het kan zeker. Ik denk wel dat er een Nederlander gaat winnen."

Dat zal dan voor de derde keer op rij zijn. In 2014 rekende Stefan Groothuis met alles en iedereen af. Vier jaar terug werd Nuis dus olympisch kampioen. Verbij is de regerend wereldkampioen op de 1.000 meter. Zowel in 2019 als in 2021 was hij de beste.

Maar zijn eerste optreden in Peking, afgelopen zaterdag op de 500 meter, viel tegen. Verbij eindigde als veertiende. Het is gissen naar zijn vorm, ook voor Verbij zelf. "Ik weet nooit van mezelf of ik in de vorm ben om uit te blinken. Ik ben in ieder geval fit."

De Nederlandse sprinters trainen op de olympische baan

De sprinter heeft de tijd gehad om zijn rit op de kortste afstand uitgebreid te analyseren. "Ik kreeg tijdens de training al een beetje het gevoel dat ik mezelf in het ijs groef en zo snelheid verloor. Dat bleek ook in de race."

Verbij stelde zijn schaatsen wat anders af en heeft nu het idee dat het "iets beter" gaat. "We gaan het wel zien", blijft hij nuchter. "Ik ben nooit echt van grootspraak geweest."

Orie wacht nog op goud in Peking

Net als Verbij rijdt Krol voor Jumbo-Visma, de ploeg van Jac Orie. Die coach is gewend om te winnen. Vanaf zijn eerste Winterspelen, in Salt Lake City in 2002, won hij altijd minstens één keer goud. In Peking staat de teller nog altijd op nul.

Aan Krol de vraag of hij daardoor extra druk voelt. "Absoluut niet", antwoordt de winnaar van zilver op de 1.500 meter resoluut. "Ik rijd voor mezelf. Ik ben hier als individuele afstandsrijder en doe mijn best. Ik voel me niet aangesproken voor anderen."

"Er is wel een grapje over gemaakt door Sven (Kramer, red.). Hij zei dat nu alle ogen op ons gericht zullen zijn. Dat was een flauw grapje, ik voelde me daar niet over aangesproken. Als iemand minder rijdt, is het zijn verantwoordelijkheid. Ik heb mijn eigen, en die ligt op de 1.000 meter."

Deel artikel:

Advertentie via Ster.nl