Sven Kramer na zijn laatste rit op de 5 kilometer
NOS Schaatsen

Kramer weet waarom hij troonsafstand moet doen: 'Ik ben een oude man'

  • Luuk Blijboom

    Redacteur NOS Sport in Peking

  • Luuk Blijboom

    Redacteur NOS Sport in Peking

In de tochtige catacomben van The Ice Ribbon in Peking gaat Sven Kramer zondagmiddag rond de klok van vijf uur nog één keer tekeer zoals alleen Sven Kramer in tochtige catacomben als die van The Ice Ribbon in Peking tekeer kan gaan.

Na de 125ste en laatste 5.000 meter uit zijn imposante loopbaan neemt de drievoudig olympisch kampioen op die afstand alle tijd om de internationale media te woord te staan. Of de televisieploegen nu uit Duitsland, Canada, Nederland, Noorwegen, Hongarije, Rusland, Denemarken of de Verenigde Staten komen, iedereen krijgt in de kelder van het Chinese schaatsstadion ruimschoots de tijd van de 35-jarige Kramer.

Althans, dat is zijn voornemen.

Wanneer hij evenwel voor de derde maal op rij in de rede wordt gevallen door een Chinese official omdat de negentig seconden spreektijd per interview overschreden dreigen te worden, schiet hij op z'n Kramers uit zijn slof. Er is maar één iemand die bepaalt hoe lang hij iemand te woord staat en dat is hij zelf, klinkt het met veel stemverheffing. Is dat duidelijk?

Kramer heeft zich deze middag voorgenomen de regie in eigen handen te nemen en niemand die hem van dat voornemen kan afhouden. Dat zijn eigen lichaam even daarvoor op het ijs al niet gedaan heeft wat de geest het liefst zou willen, valt de immer eerzuchtige Kramer al zwaar genoeg.

Hij baalt diep van binnen, maar draagt het lot van de nummer 9 op de olympische vijf kilometer als een vent. En dus lacht hij bij de rondgang langs de televisiecamera's met een gulle lach de frustratie van zich af.

Steevast terugkerende vraag: hoe kan het zijn dat een kampioen van zijn statuur zich tevreden moet stellen met een plaats in de achterhoede? Telkens repeterend antwoord: "Ik ben een oude man."

Sven Kramer verlaat de National Speed Skating Oval

En dat terwijl de olympische vijf kilometer van Peking voor de organisatie juist reden was om een hommage te brengen aan de grootste schaatser uit de geschiedenis op die afstand. Een half uur voor het eerste startschot valt, wordt op de vier immense beeldschermen in de hoeken van het stadion een compilatie van zijn vier voorgaande Winterspelen vertoond. De titel van de film laat aan duidelijkheid weinig te wensen over. The Best Of The Best.

Het zijn zoete herinneringen aan tijden die vermoedelijk nooit meer terugkeren. Want waar Kramer ook in de slagschaduw van de vijf olympische ringen het ijs betrad, steevast gebeurde er iets.

Op de tien kilometer van Vancouver was hij twaalf jaar geleden verantwoordelijk voor een nationaal trauma. De verkeerde wissel na 6600 meter staat in het collectieve geheugen gebeiteld.

Het was als de Schwalbe van de Duitser Bernd Hölzenbein in de finale van de WK voetbal van 1974. Als de bal van Rob Rensenbrink op de linkerpaal van het Argentijnse doel in 1978. Als de grote teen van de Spaanse doelman Iker Casillas in de eindstrijd van 2010.

Anderzijds waren er ook zijn olympische vijf kilometers. Het zilver van Turijn bleek de opmaat voor goud dat blonk in Vancouver, Sotsji en Pyeongchang.

Historische overwinningen die aanvoelden als de triomftocht van Oranje tijdens het EK voetbal van 1988 in Duitsland. Als de verlossende kopbal van Wim Kieft in de groepsfase tegen Ierland. Als het doelpunt uit de sliding van Marco van Basten in de halve finale tegen Duitsland. Als de geniale uithaal van diezelfde Van Basten die de finale tegen Rusland van zoveel glans voorzag.

In Peking keek Kramer zonder vals sentiment terug op zijn leven als koning van de 5.000 meter. De moraal van het verhaal van zijn laatst individuele olympische optreden? Weer die lach. "Dat ik met een tijd van 6.17 had verwacht hier wel sneller langs de camera's te kunnen lopen."

En toch, stiekem genoot hij van de aandacht die hem ten deel viel. "Ik beschouw het als een compliment voor de afgelopen jaren."

Nee, zo bezwoer hij, geen moment was hij bezig geweest met het feit dat dit zijn allerlaatste vijf kilometer ooit was geweest. Wéér die grijns. "Al had ik daar de laatste twee ronden alle tijd voor gehad."

Het kind van Thialf woonde jarenlang in de 5.000 meter. Kramer wist al ruimschoots voor hij naar China afreisde dat hij zijn huis was uitgezet. Het onderkomen is inmiddels gekraakt door de Zweed Nils van der Poel, zo werd in Peking eens te meer duidelijk.

Sven Kramer toont zijn gouden medaille (5.000 meter) bij de Spelen van Sotsji in 2014

Titelverdediger Kramer kon slechts met bewondering toekijken hoe de Scandinaviër ten koste van ploeggenoot Patrick Roest met zijn erfenis aan de haal ging. Hij had het nog wel geprobeerd. "Ik heb alles-of-niets gespeeld. Het werd dus niets."

Verwonderlijk was dat allerminst. 6915 dagen na zijn debuut op de 5.000 meter, tijdens de NK afstanden van november 2004 in Assen, gebood de eerlijkheid Kramer te erkennen dat voor de 83ste maal in zijn carrière als winnaar over de streep komen er geen moment had ingezeten.

Kramer had in Peking op gelijke hoogte kunnen komen met biatleet Aleksandr Tichonov. De Rus won tussen Grenoble 1968 en Lake Placid 1980 viermaal op rij olympisch goud op hetzelfde onderdeel.

Dat Kramer daar niet in slaagde, wekte nauwelijks verwondering. Zijn laatste mondiale individuele afstandstitel was het goud tijdens de Winterspelen van vier jaar geleden in Pyeongchang.

Sven Kramer won in 2018 goud op de 5.000 meter door Ted-Jan Bloemen en Sverre Lunde Pedersen voor te blijven

Zijn laatste internationale overwinning dateerde van de EK allround van 2019, toen hij in Collalbo de 5.000 meter op zijn naam schreef.

Sindsdien was het zijn rug, altijd maar die vervloekte rug, die succes in de weg stond. Zelfs een operatie aan het facetgewricht kon geen soelaas bieden. Winnen, zo luidde Kramers eigen conclusie, was blijkbaar niet meer zo vanzelfsprekend als vroeger.

"En misschien heeft die ingreep wel helemaal niet goed uitgepakt", liet hij daarop volgen. Dus gooide Kramer maar de dooddoener in de strijd die hij tevoorschijn tovert wanneer de zaken niet lopen zoals gewenst. "Het is wat het is."

Of hij daarmee wilde zeggen dat hij berustte in zijn lot? Met een grimas richtte hij zich op van het hek waar hij nonchalant overheen hing.

Zijn loopbaan zit er pas op wanneer op zondag 20 februari de olympische vlam dooft, klonk het. Eerder niet. Voor het zover is, wachten hem nog de ploegenachtervolging en de massastart.

Twee kansen nog om met opgeheven hoofd afscheid te nemen van zijn vijfde Olympische Spelen. "Ik wil nog wat mooie dingen laten zien."

Deel artikel:

Advertentie via Ster.nl